Woordvolgorde Franse zinnen

Mh2a-t
Les over: woordvolgorde
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Mh2a-t
Les over: woordvolgorde

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les 
  • Je weet hoe de woordvolgorde in een Franse zin gaat
  • Je kunt zelf een Franse zin maken met de goede woordvolgorde. 

Slide 2 - Diapositive

Woordvolgorde in het Frans
In het Frans zet je alle werkwoorden bij elkaar.

Ik ga een appel eten                               Je vais manger une pomme

Slide 3 - Diapositive

De bepaling van tijd staat in het Frans aan het begin of het einde van de zin.
Après, on va manger ensemble.                                             Daarna gaan we samen eten.

De bepaling van plaats staat in het Frans aan het begin of het einde van de zin.
On va manger ensemble au restaurant.                               We gaan samen eten in het restaurant.

Als je een tijd- en een plaatsbepaling in één zin hebt, houd je de volgorde aan die je in het Nederlands ook zou aanhouden: eerst de tijd en dan de plaats.

Cet après-midi, je vais jouer de la guitare dans ma chambre.

Ik ga vanmiddag gitaar spelen in mijn kamer.


Woordvolgorde: bepalingen van tijd en plaats

Slide 4 - Diapositive

Nederlands
onderwerp + P.V + Lijdend Vw + gezegde


Ik ga de wedstrijd winnen.
Frans
onderwerp + P.V +gezegde + Lijdend Vw  


Je vais gagner le match.


Woordvolgorde

Slide 5 - Diapositive

Heel belangrijk:

Houdt altijd alle werkwoorden bij elkaar in het Frans en zoveel mogelijk aan het begin van de zin.

Een bepaling van tijd of plaats mag vooraan of achteraan in de zin staan, maar staan ze er beide in dan komt eerst de bepaling van tijd en daarna de bepaling van plaats.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht:
Zet de volgende woorden in de goede volgorde zodat er een Franse zin ontstaat:

Slide 7 - Diapositive

est - Marie - à Paris - allée

Slide 8 - Question ouverte

la policière - conduire - avec la voiture - va

Slide 9 - Question ouverte

un cadeau - la mère de Pierre - aujourd'hui - donne

Slide 10 - Question ouverte

sur la terre - la soucoupe volante - sur la terre

Slide 11 - Question ouverte

Woordvolgorde Frans: ontkennende zin
(plaats/tijd) ondw + ne/n'+ eerste werkwoord+ pas + ander werkwoord+ lv + mv + (plaats/tijd)
1. Vanavond, heeft Eva geen cadeau aan haar broer gegeven
Ce soir, Eva n' a pas donné un cadeau à son frère.

2. Morgen ga ik geen jurk kopen.
Je ne vais pas acheter une robe demain.

Slide 12 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
Aujourd'hui, je vais ne pas à l'école en vélo.
B
Aujourd'hui, je ne vais pas à l'école en velo.

Slide 13 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Marie n'est pas fatiguée.
B
Marie ne pas est fatiguée.

Slide 14 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Demain, je vais n'aller pas à l'école.
B
Demain, je ne vais pas à l'école.

Slide 15 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Madame Otten veut voir un ne bon pas exercise.
B
Madame Otten ne veut pas voir un bon exercise.

Slide 16 - Quiz

Ik begrijp hoe de woordvolgorde in het Frans werkt. Ik moet misschien nog even spieken, maar ik snap het wel.
A
ja, ik begrijp het.
B
nee, helemaal niet.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo