,

Massacultuur - H1&2 - WEEK 13

MASSACULTUUR
WEEK 13
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

MASSACULTUUR
WEEK 13

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Verzorgingsstaat
Marshall plan
Hedonisme
Consumptie-maatschappij
Definitie
cartoon
Match de juiste definitie en cartoon bij de begrippen)
Een samenleving waar vrije tijd overwegend wordt gebruikt om goederen of diensten te verwerven, om daarover na te denken en om te pronken met aangeschafte goederen.
Een filosofische leer en een bepaalde levenshouding die in beide gevallen de opvatting heeft dat genot (in algemene zin) het het hoogste levensdoel is.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.

Slide 5 - Question de remorquage

Introductie Beeldende kunst

Slide 6 - Diapositive

2

Slide 7 - Vidéo

00:48
Welke maatschappelijke veranderingen zijn er in de tweede helft van de twintigste eeuw?

Slide 8 - Question ouverte

01:51
Over welke kunststroming hebben ze het in dit fragment
A
massacultuur
B
pop art
C
post modernisme
D
modernisme

Slide 9 - Quiz


algemene kenmerken:

• abstract 
• expressionistisch: 
- heftig kleurgebruik
- grote contrasten 
- grove penseelstreken 
• vanuit het gevoel 
• grote formaten




kunstenaars:
Willem de Kooning 
Marc Tobey 
Franz Kline 
Robert Motherwell 
Jackson Pollock 
Barnett Newman 
Marc Rothko
Abstract expressionisme
http://kunst-postmodernisme.blogspot.com/p/neo-expressionisme.htmlhttp://kunst-postmodernisme.blogspot.com/p/neo-expressionisme.html

Slide 10 - Diapositive

Zoek in de collectie van het stedelijk museum van Amsterdam naar een kunstwerk dat abstract expressionistisch is

Slide 11 - Question ouverte

Pop Art
algemene kenmerken:
  • Figuratief
  • Speels 
  • gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur. Ironie en humor.
  • Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen, producten uit het leven van alledag.
  • De beeldende middelen worden gebruikt als bij reclame, film, televisie, affiches en strips. 
  • Vervreemding door vergroting of herhaling, of door gebruik van ongebruikelijke materialen. 
  • Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
  • Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar. Soms laat hij werk zelfs door anderen uitvoeren. De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
  • De identiteit van de kunstenaar, zijn imago, wordt soms zorgvuldig opgebouwd.

Slide 12 - Diapositive

Zoek uit van welke kunstenaar dit werk is (met behulp van blogspot/boek/internet)

Slide 13 - Question ouverte

Bekijk dit kunstwerk van Robert Rauschenberg goed. Benoem een aantal aspecten van de voorstelling die te maken hebben met de jaren '60

Slide 14 - Question ouverte

Welk voorwerp staat niet op het kunstwerk van Richart Hamilton?
A
blik ham
B
wekker
C
stofzuiger
D
lolly

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

FILMTIP (niet verplicht)
Het is 1953. Katherine Watson verlaat haar vriendje om les te geven aan een universiteit voor vrouwen, de Wellesley College. Ze wil haar leerlingen niet alleen lesgeven, maar ook zelfvertrouwen geven voor in hun toekomst. Ze wil dat ze succesvol worden, maar haar studentes zijn opgevoed met het idee huisvrouw te zullen worden en voor de kinderen te gaan zorgen. Niet iedereen gelooft in haar manier van lesgeven en men maakt daar ook geen geheim van.

Slide 17 - Diapositive

SERIE TIP
A drama about one of New York's most prestigious ad agencies at the beginning of the 1960s, focusing on one of the firm's most mysterious but extremely talented ad executives, Donald Draper

Slide 18 - Diapositive

Wil je de film/serie gaan kijken
A
Ja zowel de film als de serie
B
Ja alleen de serie
C
Ja alleen de film
D
Nee, ik sla over

Slide 19 - Quiz

Heb je n.a.v. je boek of deze les nog vragen
die ik moet bespreken tijdens de
teams les van volgende week?

Slide 20 - Question ouverte

Quiztime.... 
Herken je de volgende artiesten?

Slide 21 - Diapositive

PLAATJESRONDE

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Vidéo

Pop art
Abstract expressionisme
Post modernisme
Zet de juiste plaatjes bij de juiste stroming

Slide 27 - Question de remorquage

Zoek in je boek uit H2 10 woorden die je in je glossery stopt. Welke zijn dit?

Slide 28 - Question ouverte