Stappenplan betoog schrijven les 3

Een betoog schrijven
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een betoog schrijven

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de lessenserie kun je: 
een betoog schrijven aan de hand van een vooraf ingevuld bouwplan met een inleiding, een middenstuk en een slot. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een betoog?
1) Een tekst waarin je jouw mening geeft.

2) Je wilt de lezer overtuigen.

3) Je geeft argumenten en je weerlegt tegenargumenten.

4) Je gebruikt feiten en meningen.

Slide 3 - Diapositive

Stelling/standpunt
Een stelling is jouw mening over een bepaald onderwerp

Slide 4 - Diapositive

Schrijfplan
Voor je betoog schrijft, altijd eerst schrijfplan invullen.
Dit scheelt veel tijd tijdens het schrijven!

Slide 5 - Diapositive

Stap 1
Bedenk minstens twee argumenten/redenen voor de stelling.

Slide 6 - Diapositive

Stap 2
Bedenk bij elk argument een voorbeeld.

Bedenk ook een tegenargument + weerlegging

Slide 7 - Diapositive

Stap 3
De conclusie ( een besluit )
In een conclusie heb je het kort over jouw stelling en noem je een paar argumenten. 
Je sluit dan af met 'kortom' of 'dus' en dan jouw stelling.

Slide 8 - Diapositive

Stap 4
Maak van alle stukjes tekst die je nu hebt een grote tekst. 

Slide 9 - Diapositive

Opbouw van een betoog
Titel
Inleiding
Waar gaat jouw betoog over?
Geef jouw mening over de stelling
Kern
Geef argument 1, 2 en 3 en een voorbeeld 
Tegenargument
weerlegging
Slot
Herhaal kort jouw stelling: "Al met al ben ik dus van mening dat..., omdat

Slide 10 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je krijgt handvatten voor het uitwerken van alle drie de tekstdelen van een betoog.
  • Je leert je schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
  • Je houdt je aan de regels voor spelling & grammatica. 

Slide 11 - Diapositive

Standpunt 
Een standpunt is je mening over een bepaald onderwerp. 

Een standpunt formuleer je altijd als een hele zin en niet als een vraag. 

Slide 12 - Diapositive

Betoog schrijven

Slide 13 - Diapositive

Argumenten
Met argumenten ondersteun je je standpunt.

 
Feitelijke (objectieve) argumenten kun je controleren op waarheid. Deze zijn het sterkst. 

Bij waarderende (subjectieve) argumenten kun je van mening verschillen. Daarom kun je een waarderend argument beter onderbouwen met een feitelijk argument.

Slide 14 - Diapositive

Tegenargumenten en weerleggingen
Een goede schrijver bedenkt wat iemand tegen zijn standpunt en argumenten in kan brengen. 

Met weerleggingen toont hij aan dat de tegenargumenten niet kloppen. 

Slide 15 - Diapositive

Stappen bij het schrijven
  1. OW bepalen + informatie zoeken
  2. Standpunt en argumenten in argumentatieschema invullen
  3. leespubliek/doelgroep vaststellen 
  4. bouwplan invullen
  5. 1e versie schrijven
  6. laten beoordelen
  7. 2e (= definitieve) versie schrijven

Slide 16 - Diapositive

Opbouw betoog
inleiding
. ow
. pakkend schrijven
. stp (laatste zin inleiding)
kern
. argument
. tegenarg. + weerlegging
slot 
. samenvatting belangrijkste arg.
. conclusie / herhaling stp.

Slide 17 - Diapositive

Inleiding schrijven
  • onderwerp noemen
  • pakkend schrijven
  • eindigen met standpunt 

Slide 18 - Diapositive

Kern schrijven
  • Elk nieuw argument in een nieuwe alinea.
  • Signaalwoorden! 
  • Tegenargument + weerlegging

Slide 19 - Diapositive

Alinea schrijven
  • Signaalwoord + argument in een zin (= kernzin)
  • Toelichting argument
  • Voorbeeld bij het argument 

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld
(standpunt in inleiding: fysieke lessen zijn effectiever dan online lessen)

Allereerst ontstaat er meer interactie in een fysieke les. De docent kan makkelijker reageren op wat hij ziet. Wanneer een leerling geen boeken op tafel heeft liggen ziet een docent dat meteen en kan er wat van zeggen.

Daarnaast .......................................................

Etc. 

Slide 21 - Diapositive

Voorbeeld slot
Tijdens fysieke lessen is er meer interactie en kan er beter (non-verbaal) gecommuniceerd worden. Het is dus duidelijk dat fysieke lessen effectiever zijn dan online lessen.

Slide 22 - Diapositive

Slot schrijven
  • Herhalen / samenvatten belangrijkste argumenten
  • Signaalwoord: dus
  • Herhaling standpunt. 

Slide 23 - Diapositive