Je begint met een aantal vragen over het onderwerp oppervlakte waar vorige les veel fouten in gemaakt werden.
Daarna volgen vragen over de nieuwe stof
5.3 en 5.4 Inhoud.
GEEF BIJ ELKE VRAAG 1 ANTWOORD
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Deze les
Je begint met een aantal vragen over het onderwerp oppervlakte waar vorige les veel fouten in gemaakt werden.
Daarna volgen vragen over de nieuwe stof
5.3 en 5.4 Inhoud.
GEEF BIJ ELKE VRAAG 1 ANTWOORD
Slide 1 - Diapositive
Vul in: 5,6 hm2 = ...................... m2
A
56
B
560
C
5600
D
56000
Slide 2 - Quiz
Vul in 350 mm2 = ...............cm2
A
35
B
3,5
C
0,35
D
0,035
Slide 3 - Quiz
Bereken de oppervlakte van de kavel van Derk in m2.
A
240 m2
B
2400 m2
C
24000 m2
D
24 m2
Slide 4 - Quiz
Bereken de oppervlakte van kavel 1 in m2.
A
756 m2
B
680 m2
C
648 m2
D
722 m2
Slide 5 - Quiz
Uitleg
Slide 6 - Diapositive
Uitleg
Slide 7 - Diapositive
Bereken de inhoud van de kast.
A
1800
B
1800 dm3
C
18 m3
Slide 8 - Quiz
De bodem van een zwembad is 8m bij 5m. Het water staat 120 cm hoog. Bereken hoeveel m3 water er in het zwembad zit.
A
4800 m3
B
480 m3
C
48000 m3
D
48 m3
Slide 9 - Quiz
Bereken de inhoud van de koelbox in dm3.
A
14256
B
1425,6
C
142,56
D
14,256
Slide 10 - Quiz
Uitleg
Slide 11 - Diapositive
Uitleg
Als je het prettiger vindt, kan je ook dit rijtje gebruiken:
Slide 12 - Diapositive
Vul in 20 m3 = ...................... dm3
A
200
B
2000
C
20000
D
200000
Slide 13 - Quiz
Vul in 8 m3 = .........................cm3
A
800
B
80000
C
8000000
D
800000000
Slide 14 - Quiz
Vul in 490000 dm3 = ...................... m3
A
49
B
490
C
4900
D
49000
Slide 15 - Quiz
Welke inhoud is het grootste? 0,5 m3 of 550 dm3
A
0,5 m3
B
550 dm3
Slide 16 - Quiz
Bereken de inhoud in dm3 van een pak sap met een bodem van 0,6 dm bij 1 dm en 17 cm hoog.
A
1,02
B
10,2
C
102
D
geen idee
Slide 17 - Quiz
Uitleg
Slide 18 - Diapositive
Vul in 4 liter = ..........cL
A
4000
B
400
C
40
D
4
Slide 19 - Quiz
Vul in 5000 mL = ......... dL
A
500
B
50
C
5
Slide 20 - Quiz
Voor een feestje heeft Hendrik een familypack cola gekocht met 4 flessen van elk 2 L. Hij heeft glazen van 25 cL. Hoeveel glazen kan hij volschenken met alle cola?
A
8
B
16
C
32
D
80
Slide 21 - Quiz
Hoeveel glazen van 190 mL kan je volschenken met dit pak?