2V Woordenschat H3 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

OPSTARTEN!

Zo kom ik de lockdown door

KRIJGEN WE TOETS?!

Ik heb je foto ...

1. geliket
2. geliked
3. gelikt
4. gelikd

Waar of niet waar?

Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.

1. Waar
2. Niet waar
3. Twee pv in een zin kan niet.

Woordenschat hoofdstuk 3

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Programma

Toetsplanning

Klassenkrant

Huiswerk bespreken

Nieuw onderdeel starten Woordenschat H3 

Opdrachten maken

toetsplanning

Komende twee weken twee korte so's, samen één cijfer.

• Eerste is volgende week donderdag 21 januari
• de tweede is die week erop op donderdag of vrijdag (nieuw rooster)
• De toetsen zijn kort (10 minuten)
• Tijdens de toets heb je je camera aan. 
• De toetsen worden afgenomen via Nieuw Nederlands online. Zorg dat je dat hebt opgestart voor de les begint. 

Toetsplanning

SO 1 Spelling:

• totaal 11 vragen in 10 minuten

• Leestekens blz. 34
  
• Gebiedende wijs blz. 36
  
• 
  Vervoegen van Engelse werkwoorden blz. 66

Toetsplanning

SO 2 Grammatica:

• Vergelijkbaar aantal vragen in een vergelijkbare tijd

• Wederkerende werkwoorden werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp blz. 28
  
• Wederkerend en wederkerig voornaamwoord blz. 30
  
• Werkwoordstijden blz. 60

So 1: Welke vragen kun je verwachten?

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

Kies de zin die in de gebiedende wijs staat.

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Wil jij je mond houden?
2. De Bitcoin bestaat al sinds 2009.
3. Blijf alsjeblieft van die telefoon af.
4. Wordt Trump afgezet?!

Noteer het werkwoord in de juiste spelling.

Hij heeft die hele serie in twee dagen ... (bingewatchen).

1. gebingewatcht
2. gebingewatchet
3. gebingewatched
4. gebinge watcht

Vragen over de so('s)?

Klassenkrant

De Klassenkrant gaat gewoon door!

Eerste versie derde editie 2 februari

De indeling van de groepjes staat in de studiewijzer. 

Huiswerk bespreken

Huiswerk bespreken.

Wie het niet heeft gemaakt, krijgt een hv in Magister.

Woordenschat H3 

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

boek blz. 84

Welk woord kan geen voorzetsel zijn?

1. tijdens
2. vanwege
3. Op
4. daar

vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben bij een bepaalde betekenis een vast voorzetsel. Denk aan:

Ik hou van jou.

Ik hou me aan de afspraak. 

vaste voorzetsels

Je hebt ook combinaties met een zelfstandig naamwoord, werkwoord en voorzetsel, zoals:

verstand hebben van

mening hebben over

oogje hebben op

vaste voorzetsels

Je hebt ook combinaties met een bijvoeglijk naamwoord, werkwoord en voorzetsel, zoals:

bang zijn voor

blij zijn met

Uitdrukking

Het is een overkoepelend begrip voor alle vaste verbindingen met een figuurlijke betekenis. 

Dus een voorzetseluitdrukking is een vaste combinatie van woorden met een voorzetsel.

Even proberen

Voorbeelden uit opdracht 1 en 2

Vul de zin aan met een voorzetsel.

Moet de school meer aandacht schenken ... financiële opvoeding?

1. op
2. over
3. om
4. aan

Vul de zin aan met een voorzetsel.

Houd rekening ... eventuele gladheid

1. aan
2. over
3. met
4. op

Vul de zin aan zodat er een voorzetseluitdrukking ontstaat

De straat achter de school is afgesloten ... verband ... graafwerkzaamheden.

1. op ... van
2. ter ... van
3. in ... met
4. op ... aan

Vervang de voorzetseluitdrukking door één woord.

De straat achter de school is afgesloten in verband met graafwerkzaamheden.

1. vanwege
2. tijdens
3. want
4. door

Aan de slag

Maak opdracht 1, 2 en 5 van Woordenschat H3 via Nieuw Nederlands online. 

Werk samen en gebruik het internet om dingen op te zoeken.

Blijf online in Teams voor vragen. 

We ronden de les vijf minuten voor het einde samen af. 

Waar zou je in de volgende les aandacht aan willen besteden?

Afronden

Huiswerk voor morgen: Woordenschat H3 opdracht 1, 2 en 5 via Nieuw Nederlands online.