Ontwerp een middeleeuwse stad! 2324

Praktische opdracht
Middeleeuwse stad
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 300 min

Éléments de cette leçon

Praktische opdracht
Middeleeuwse stad

Slide 1 - Diapositive

Inleiding


Rond het jaar 1000 ontstonden er steeds meer steden in Europa. In de vroege middeleeuwen waren er heel weinig steden, maar door de opkomst van de handel veranderde dit. Mensen kwamen bij elkaar om spullen te verkopen en hierdoor gingen mensen bij elkaar wonen. Jij gaat  ontdekken hoe een middeleeuwse stad ontstond en je gaat zelf een eigen middeleeuwse stad ontwerpen.  Daarnaast  interview je een  (verzonnen) inwoner uit jouw stad voor in de krant.

Lees goed wat je moet doen. Jullie kunnen deze opdracht zonder de hulp van je docent maken. Mocht je vragen hebben, dan mag je deze natuurlijk altijd aan de docent stellen, maar lees eerst de tekst goed door.

Slide 2 - Diapositive

1. Ontwerp je eigen stad.
2. Interview een bewoner uit jouw middeleeuwse stad. 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1: Het ontwerpen van een middeleeuwse stad

Het Openluchtmuseum in Nederland wil graag een heel middeleeuws dorp na gaan bouwen en heeft jouw hulp nodig. Ze willen dat jij een plattegrond gaat maken van hoe een middeleeuwse stad eruit zag. Jij weet wat er kenmerkend is aan een middeleeuwse stad en bent daarom de juiste persoon voor deze opdracht. 

Jij gaat op een A4'tje een plattegrond tekenen van een middeleeuwse stad en houdt daarmee rekening met:
De ligging van de stad (op wat voor plekken ontstaan steden?)
De beveiliging van de stad (hoe zorgden de middeleeuwers voor veiligheid?)
De indeling van de stad (waar lagen de belangrijke gebouwen?)
Maak er iets moois van, zodat het Openluchtmuseum jouw ontwerp wil gebruiken voor het nabouwen van een middeleeuwse stad. (Je mag je plattegrond ook op de computer in een digitaal programma maken als je dat kan..)

Slide 4 - Diapositive

Gebouwen:
- Kerk
- Raadhuis
- Marktplein
- Waterput
- Geld Wisselkantoor
- Smid
- Bakker
- Slager
- Pakhuizen


- Wolwever
- Timmerwerkplaats
- Huizen
- Stadsmuur
- Stadspoort

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 2
 Kies een persoon. Is dat iemand uit het stadsbestuur of uit een gilde?  Is het een knecht of een non die zieken verzorgt? Jij mag zelf een persoon verzinnen. Het is wel belangrijk dat alles wat deze persoon vertelt klopt voor de tijd waarin hij/zij leeft!  Geen mobieltjes of bioscopen in de middeleeuwen dus! 

Slide 6 - Diapositive

Denk aan een soort paspoort voor jouw persoon met naam, leeftijd, woonplaats, gezinssituatie, beroep etc.
Laat je persoon tot leven komen.



Slide 7 - Diapositive

Vragen voor het interview
- Open vragen
Neutraal, kort, specifiek, geeft meer informatie

- Gesloten vragen
 Ja of nee, zelf veel meer aan het woord

Slide 8 - Diapositive

 vragen

- Beschrijvend, gaat over een situatie of verschijnsel    
"Hoe was het leven als huisvrouw in de middeleeuwen?"
- Verklarend, waarom is iets gebeurd?
"Waarom gaf de adel geld aan de kerk? "
- Waarderend, mening
"Hoe voelde het om de Pest te hebben in de middeleeuwen?'

 

Slide 9 - Diapositive

Interview
minimaal 8 goede vragen MET antwoorden bedenken voor het interview met je persoon




Slide 10 - Diapositive

Beoordeling opdracht 1
Opdracht 2 Maximaal aantal punten 
De leerling heeft rekening gehouden met de ligging van de stad. 25   
De leerling heeft rekening gehouden met de beveiliging van de stad. 25  
De leerling heeft rekening gehouden met de indeling van de stad. 25  
De leerling heeft er duidelijk tijd in gestoken en geprobeerd een mooie plattegrond te maken. 25  
Totaal opdracht 2 100  punten

Slide 11 - Diapositive

Beoordeling opdracht 2
Maximaal aantal punten  opdracht 3
De leerling heeft 8 goede vragen bedacht voor het interview 40
De vragen zijn goed en volledig beantwoord 40
De persoon komt tot leven door het interview 20

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
Je levert deze praktische opdracht in drie delen in. Voor ieder onderdeel krijg je een cijfer. Je uiteindelijke cijfer is de optelsom van deze drie cijfers. Dit cijfer telt een keer mee. 

Slide 13 - Diapositive