5.3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welke leesstrategieën heb je geleerd?

Welk tekstdoel heeft een nieuwsbericht?

1. informeren
2. amuseren

Welk tekstdoel heeft een verslag?

1. informeren
2. amuseren

Welk tekstdoel heeft een leesboek?

1. informeren
2. amuseren

Welk tekstdoel heeft een schoolboektekst?

1. informeren
2. amuseren

Welk tekstdoel heeft een stripverhaal?

1. informeren
2. amuseren

Tot welk tekstverband behoren de volgende signaalwoorden?
ook, bovendien, daarnaast, zowel ... als, ten eerste, ten slotte

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

Tot welk tekstverband behoren de volgende signaalwoorden?
maar, echter, evenwel, toch, daarentegen

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

Tot welk tekstverband behoren de volgende signaalwoorden?
eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

Welk tekstdoel hoort er bij een nieuwsbericht?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Welk tekstdoel hoort er bij een stripverhaal uit de Donald Duck?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Welk tekstdoel hoort er bij een schoolboek?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Tekstdoel

De schrijver wil..

Voorbeeld tekstsoort

Informeren

Amuseren

Activeren

Overtuigen

dat je iets te weten komt

je vermaken

je overhalen om iets te doen

dat je zijn mening overneemt

krantenbericht, verslag sportwedstrijd

verhaal, leesboek, strip

reclametekst, uitnodiging

bespreking van een film

Welk tekstdoel hoort er bij een recensie?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Welk tekstdoel hoort er bij een reclame?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Welk tekstdoel hoort er bij een ingezonden brief?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

een tegenstelling zoeken

In teksten kun je een tegenstelling herkennen door 

op signaalwoorden te letten, zoals

maar, toch, hoewel, echter.

Bijvoorbeeld:

- Zijn antwoord is niet dom, maar juist slim.

- Hoewel de man moedig leek, was hij laf.

Opdracht

In de volgende silde lees je zinnen,

In elke zin staat een tegenstelling.

Noteer steeds het signaalwoord dat wijst op een tegenstelling.

Signaalwoorden voor tegenstelling herkennen.

Evy houdt niet van buiten spelen, maar wel van binnen spelen.

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Hoewel Fabian klusjes vervelend vindt, vindt hij dit klusje juist leuk.

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Viv koopt meestal een klein ijsje, toch heeft ze nu een groot ijsje gekocht.

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Sam slaapt graag op een harde matras, in het hotel had hij echter een zachte.

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Hoewel Vera veel dure kleren heeft, is haar jas juist goedkoop.

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.