Jongeren in opstand

Wat weet je nog?
Hoe kwam er meer welvaart begin jaren '60?

Wat deed men in de vrije tijd die mensen kregen in de jaren '60?

Kan je het begrip amerikanisering nog uitleggen?


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog?
Hoe kwam er meer welvaart begin jaren '60?

Wat deed men in de vrije tijd die mensen kregen in de jaren '60?

Kan je het begrip amerikanisering nog uitleggen?


Slide 1 - Diapositive

Wat is ontkerkelijking/ secularisatie?

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn de oorzaken
van ontkerkelijking?

Slide 3 - Carte mentale

leerdoelen
-Je kan de oorzaken noemen van het ontstaan van de jongerencultuur aan het einde van de jaren 50.
-Je weet wat nozems, provo’s en hippies zijn.
-Je kan uitleggen dat door het ontstaan van de jongerencultuur er democratisering ontstaat en je kan dit uitleggen.

Slide 4 - Diapositive

verzet tegen ouders 
-Jongeren gingen langer naar school dan hun ouders
-Jongeren volgden vaak een hogere opleiding dan hun ouders

Ze kwamen in contact met nieuwe mensen en ideeën. Ze vonden dat er ook eens naar de jongeren geluisterd moest worden. Ze werden kritischer. Dit leidde tot verzet van jongeren tegen hun ouders 

Slide 5 - Diapositive

Door de stijging van welvaart kregen jongeren meer geld
Omdat ze langer doorleerden hadden ze meer vrije tijd waar ze hun geld konden uitgeven 
Ze kochten nieuw kleding ( jeans) en brommers 

Er ontstaat een jongeren cultuur

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Nozems
eerste jongerencultuur in NL
-werkende jongeren
-met spijkerbroeken, leren jassen , korte rokken en ze luisterden naar rock-'n-roll

Ouderen vond de nozems brutaal en onfatsoenlijk en maakten zich zorgen over hun 'gehang". 

Slide 8 - Diapositive

Provo's
Komt van het woord provoceren ( =uitdagen, uitlokken)

Met ludieke/grappige acties mensen aan het denken zetten mensen aan het denken zetten over het milieu en de consumptiemaatschappij

Slide 9 - Diapositive

Hippies
-Lange haren en vrolijke kleurrijke kleding 
-wilden eenvoudig mogelijk zonder luxe leven
samenleving was te gewelddadig en liefdeloos
                     -----Make love not war------- 

Protesteerden tegen de Vietnam oorlog
( Mensen zagen voor het eerst de gevolgen van oorlog op tv)

Slide 10 - Diapositive

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies

Slide 11 - Quiz

In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze
jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
B
Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
C
Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
D
Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.

Slide 12 - Quiz

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters

Slide 13 - Quiz

Welke jongerencultuur ontstond als eerste?
A
Hippies
B
provo
C
nozems

Slide 14 - Quiz

Hardcore is een voorbeeld van een jongerencultuur
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

In dejaren 60 kwam er een seksuele revolutie 
Er werd makkelijker over seksualiteit gepraat
Over taboes zoals homoseksualiteit werd niet langer gezwegen net als over seks buiten het huwelijk en het gebruik van anticonceptiemiddelen
Dit noem je de seksuele revolutie  

Slide 16 - Diapositive

democatisering 
Jongeren wilden dat ze mee mochten beslissen, ze wilden dus dat de samenleving democratischer ging worden 

1969 bezetting Maagdenhuis ( universiteit) 
gevolg: 
leerlingen/studenten mogen meepraten op scholen
verlaging stemrecht naar 18 jaar 

Slide 17 - Diapositive

Wat is democratisering?
A
Dat mensen meer een dictatuur willen
B
Dat ze de invloed van de burgers willen vergroten
C
Dat de koning meer macht krijgt

Slide 18 - Quiz

Het hebben van inspraak op een school heeft te maken met de democratiseringsfunctie
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat heeft niks met democratisering te maken?
A
Bevolking beslist niet mee met het bestuur
B
Meer inspraak (van jongeren) vanaf de jaren '60
C
Vakbonden en politieke partijen denken aan jongeren
D
Wensen van jongeren.

Slide 20 - Quiz