week 1- periode 3

week 1- periode 3
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

week 1- periode 3

Slide 1 - Diapositive

Lesson 1 : 
  • Present your weather warning 
  • Do lesson 3.1 B together 
  •  Grammar; Question tags + bezittelijke voornaamwoorden
  • Work on lesson 3.1 a-b-c-d-g-h-L 

Weekjob: lesson 3.1 b-c-d-g-h-L 

Slide 2 - Diapositive

If I would win the lottery
I would......

Slide 3 - Carte mentale

Question tags 
Bij korte vraagzinnen (question tags) vraag je een reactie van iemand. 
Het deel wat na de komma komt heet een TAG.

Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (–).
Na een ontkennende zin (–) is de tag bevestigend (+).
Voorbeeld
She was happy, wasn't she? 
That dog isn't sweet, is it? 

Slide 4 - Diapositive

Wat is de Question tag?
That coffee isn't cheap, ................?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de question tag?
My dad isn't spending a lot of money,....?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de question tag?
My mother is spending a lot of money,........?

Slide 7 - Question ouverte

Bezittelijke voornaamwoorden
Met deze woorden geef je aan dat iets van iemand is. 

That expensive car is mine.
Your sweater costs a lot of money. 

Lijst in Learnbeat moet je kennen voor deze opdracht. 

Slide 8 - Diapositive

Toekomst: Iets van plan zijn 
Je gebruikt de tegenwoordige tijd van to be (am / are / is) + going to + hele werkwoord om aan te geven wat iemand van plan is of wat zeker zal gebeuren.

They are going on holiday tomorrow.
My father is going to mow the lawn Saturday. 

Slide 9 - Diapositive

Homework Monday 3 MARCH!!
We gaan elkaar een hele poos niet zien in de les Engels. 
Jullie lessen op dinsdag en donderdag zijn eruit en na de voorjaarsvakantie zijn de mondelingen van klas 4. 

Huiswerk van maandag 3 Maart is ook een stukje zelfstandig met luistervaardigheid bezig naast les 3.1 ook les 3.3 en je moet gaan leren voor vocabulary test 

Slide 10 - Diapositive