Gerund vs Infinitive

Gerund 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Gerund 

Slide 1 - Diapositive

Verb + ing
 a verb (ww) + ing = noun (zelfstandig naamwoord)
We call this: the gerund

shop (verb) + ing = shopping (noun)               = gerund
game (verb) + ing = gaming                                  = gerund
eat (verb) + ing = eating                                            = gerund 

Slide 2 - Diapositive

Een gerund is het hele werkwoord + ing dat als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Je gebruikt de gerund:

  1. als onderwerp van een zin.



Bedenk een ander voorbeeld waarbij je de gerund als onderwerp in een zin gebruikt.
Smoking is bad for your health.
Roken in slecht voor je gezondheid.

Slide 3 - Diapositive

When?
Je gebruikt de gerund (ww+ing:
  • Als zelfstandig naamwoord
  • na ww die een mening uitdrukken (hate/ like/ love/enjoy)
  • na deze ww start/ begin/ continue/ stop
  • na voorzetsels (after/ before/ while/ at etc.)
  • na bepaalde uitdrukkingen: It's no use / It's (not) worth it / don't mind / to look forward to

Slide 4 - Diapositive

What is a Gerund?
A
A verb
B
A noun
C
A noun acting as a verb
D
A verb acting as a noun

Slide 5 - Quiz

Selecteer de gerund
A
That bird is flying.
B
Flying is fun.
C
I am going to fly.
D
Birds can fly.

Slide 6 - Quiz

Waar zie je de gerund?
A
wonderful
B
wonderfully
C
watching
D
is watching

Slide 7 - Quiz

Selecteer de gerund
A
I like running.
B
I can run very fast.
C
James isn't a fast runner.
D
She is running the marathon.

Slide 8 - Quiz


use the gerund 

Slide 9 - Question ouverte


use the gerund 

Slide 10 - Question ouverte


use the gerund 

Slide 11 - Question ouverte

 to-infinitive?
Deze wordt gebruikt:
  • Na ww zoals ask/expect/hesitate/ hope/ want/ expect/ choose/decide/plan/agree/ promise/ demand/ forbid/ refuse
  • In combinatie met would love / would hate/ would like etc
  • Na de ww learn/ manage/ fail/ tend

Slide 12 - Diapositive

This student refuses to do his homework.
I would love to visit Australia one day.

Let op! Bij to remember zijn twee mogelijkheden
  • Betekent het 'iets onthouden'dan gebruik je infinitive
  • Betekent het 'iets herinneren' dan gebruik je de gerund

Slide 13 - Diapositive

Fill in gerund or to+infinitive:
I hope ... the exam.(pass)

Slide 14 - Question ouverte

to + infinitive or the gerund?
I don't want _______ (leave) yet.

Slide 15 - Question ouverte

to + infinitive or the gerund?
________ (laugh) is good for you.

Slide 16 - Question ouverte

Fill in gerund or to+infinitive: I hope .... the exam.(pass)

Slide 17 - Question ouverte

to + infinitive or the gerund?
He decided _______ (study) biology.

Slide 18 - Question ouverte

to + infinitive or the gerund?
I truly dislike _______ (wait).

Slide 19 - Question ouverte

to+infinitive or the gerund?
Do you remember ...(write) that article last year?

Slide 20 - Question ouverte

Do you understand this Grammar item?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage