Past perfect

Past perfect

Theme 5

Stepping Stones

Havo 3

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Past perfect

Theme 5

Stepping Stones

Havo 3

Slide 1 - Diapositive

Welke tijd is de past perfect?
heden/verleden/toekomst

Slide 2 - Question ouverte

Past perfect - gebruik

Voltooid verleden tijd
Gebruik: om aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders.


When we entered the cinema, the film had already started.

Slide 3 - Diapositive

Past perfect

Vorm:

had + voltooid deelwoord


Hoe vorm je een voltooid deelwoord?
1. regelmatige wwen > ww + ed > worked
2. onregelmatige wwen > 3e vorm > been

Slide 4 - Diapositive

Past perfect & past simple

Deze twee werkwoordstijden vind je vaak samen in één zin.
De past perfect geeft aan wat het langst geleden is.
De past simple geeft de meeste recente gebeurtenis in het verleden aan.


When we entered the cinema, the film had already started.

Slide 5 - Diapositive

Verklikwoorden

Je kunt een zin in de past perfect vaak herkennen aan deze woorden:
- after (na)
- before (voor/voordat)
- when (wanneer/toen/als)
- as soon as (zodra/zodra als)


Slide 6 - Diapositive

Examples

As soon as I had finished my homework I went out.

Before he moved to London he had lived in Amsterdam.

When he arrived at the party Jo had already left.

Slide 7 - Diapositive

Gebruik indirecte rede

Gebruik de past perfect ook bij indirecte rede (indirect speech).
Je geeft dan aan wat iemand anders eerder heeft gezegd.


Dan verander je van direct speech naar indirect speech.
past simple > past perfect.

Zie grammar 13.

Alexis said that she hadn't read the book.

Slide 8 - Diapositive

Maak de zin af:
Before I went to France, (I - never- speak - French).

Slide 9 - Question ouverte

Maak de zin af:
He said that, (he-find-not-a job- yet)

Slide 10 - Question ouverte

Exercises
Do exercises 25 en 26 on p19 & 20 of your AB.

Slide 11 - Diapositive

Key exercise 25
1 had already left
2 had phoned
3 had seen
4 had written
5 had failed
6 had bought

Slide 12 - Diapositive

Key exercise 26
1 had finished
2 had studied
3 had told
4 had answered
5 decided
6 happened
7 had decided

Slide 13 - Diapositive

Key exercise 26
8 had found
9 hadn't used
10 met

Slide 14 - Diapositive

Wat ging goed?

Slide 15 - Question ouverte

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 16 - Question ouverte