AGF - Les 3

De productie van friet
Groente & Fruit - les 2
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Groente en fruitMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De productie van friet
Groente & Fruit - les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag:
  • Productie van diepvriesfriet

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Jij:
• Kunt de bestanddelen van aardappel benoemen
• Kunt argumenten geven waarom er ingangscontroles worden uitgevoerd
• Kunt de productie van friet construeren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardappelen
Wat is de samenstelling van een aardappel?

Welke veranderingen
kunnen er plaats vinden
tijdens de opslag van
aardappelen?

Slide 4 - Diapositive

De belangrijkste onderdelen van een aardappel op vlak van voeding zijn water, zetmeel, vezels, vitaminen en mineralen. 

In gewicht bestaat de aardappel vooral uit water (77 %) en zetmeel (20 %). 

Zetmeel is een complex koolhydraat bestaande uit een aaneenschakeling van duizenden glucose eenheden. Tijdens de vertering komen deze eenheden in het bloed terecht en doen ze dienst als bron van energie: één gram koolhydraten levert 4 kilocalorieën (kcal) aan energie.
Productie van friet
Maak een stroomschema voor de productie van friet
- Schrijf zo veel mogelijk controles op, zodat je weet waar op gecontroleerd wordt

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Productie van friet
  1. Ontstenen/wassen
  2. Schillen
  3. Snijden
  4. Sorteren
  5. Blancheren
  6. Drogen
  7. Bakken
  8. Koelen
  9. Vriezen
  10. Verpakken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ingangscontroles
friet

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwatergewicht
  • Wat meet je?
  • Droge-stofgehalte (zetmeelgehalte)
  • Wat wil de fabrikant het liefst?
  • Hoog gehalte droge stof --> levert een groot en niet vettig frietje

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afmetingen en vorm
  • Hoe groter de aardappel, hoe groter het frietje
  • Misvormde aardappel levert meer afval of
  • Internationale standaard: 50+
  • Hoe meten ze het?
  • Kijken naar de hoeveelheid aardappelen in 10 kg

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afbakkleur
  • USDA-kleurkaart
  • Afhankelijk van de hoeveelheid glucose

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overige controles
  • Aantal rotte, holle, groene en kapotte aardappelen
  • Hoeveelheid zand en stenen
  • Inwendige en uitwendige kiemen en groeischeuren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sorteren, ontstenen en wassen

Sorteren
  • Grote schudzeven met gaten
Ontstenen
  • Verschil in dichtheid
  • Dichtheid aardappel < steen
Wassen
  • Schuren
  • Hoge beladingsgraad

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schillen - stoomschiller
  • Aardappels komen in een drukvat
  • Hete stoom in het vat verhit de aardappelen en druk loopt op
  • Buitenkant van de aardappel kan 120-130 graden Celsius worden, maar binnenkant kookt niet (dmv tegendruk stoom)
  • Druk wegvallen, celvocht kookt en zet uit
  • Schil wordt van de aardappel gedrukt en komt los
  • Met een borstelmachine worden de schilresten verwijderd

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt er gecontroleerd of de aardappel goed is geschild?

Slide 15 - Question ouverte

Door middel van een laser kan worden gedetecteerd of de aardappel goed is geschild
Het snijden van de friet
  • Watermes
  • Snelheid hoger dan 100 km/uur
  • Water duwt aardappelen door een steeds smaller wordende buis=venturi
  • Door het stromende water gaan de aardappelen in de lengte liggen en door het messenblok geduwd
  • Diameter venturi is af te stellen op diameter aardappelen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snijden van de aardappel
  • Tijdens het snijden raken de cellen beschadigd en komt er zetmeel vrij
  • Zetmeel gaat kleven, water spoelt het zetmeel eraf
  • Te veel zetmeel aan de staafjes zorgt voor vuil water bij het blancheren

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke procescontroles vinden er plaats na het snijden? En waarom?

Slide 19 - Question ouverte

Controle van het oppervlak, of de staafjes glad zijn. Bij een egaal/glad staafje is het oppervlak klein en is er minder vetopname. Een glad staafje breekt ook minder snel dan een onregelmatig staafje
Hoe kunnen inkepingen aan het oppervlakte ontstaan?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sorteren friet
  • Op lengte sorteren
  • Rollensorteerders 
  • Te korte stukjes en snippers verwijderd
  • Aardappelstaafjes met kleurafwijkingen elektronisch opgespoord en verwijderd.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blancheren
Opdracht:

  • Wat is het?
  • Welke procescontroles worden er uitgevoerd en waarom?
  • Welke gevolgen hebben verkeerd blancheren voor het eindproduct?
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blancheren - wat is het?

Het onderdompelen van 
aardappelstaafjes in water 
voor een korte periode bij 
ongeveer 75 graden Celsius

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blancheren - doelen
  • Glucose aan het oppervlak wordt weggespoeld 
  • Zetmeel aan het oppervlak wordt weggespoeld 
  • Zetmeel iets onder het oppervlak van de staafjes verstijfselt 
  • De celwanden in de frites worden gedeeltelijk afgebroken 
  • De enzymen worden geïnactiveerd 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blancheren - procescontroles
  • Glucose + zetmeel wegspoelen (plakken)
  • Gaarheid
  • Verkleuring (enzymen + glucose)


Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blancheren - Verkeerd blancheren
  • Plakkende friet
  • Niet egale kleur van friet
  • Te lichte bakkleur 
  • Te donkere friet 
  • Te gare friet
  • Te rauwe friet 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het effect van drogen op het eindproduct friet?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Drogen
  • Op een transportband door de droger met een aantal segmenten waarin droge lucht wordt geblazen
  • Het vocht op de frites verdampt gemakkelijk in de droge lucht en ze worden droog. 
  • Het droge stof gehalte neemt toe en het oppervlak van de staafjes krijgt een steviger huidje
  • Door het stevige huidje neemt het staafje minder vet op tijdens het bakken en worden de frites krokanter.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier kun je het drogen beïnvloeden?

Slide 29 - Question ouverte

Temperatuur (hoger of lager), relatieve vochtigheid van de lucht (hoger of lager), snelheid van de lucht (sneller of langzamer),verblijftijd (langer of korter), beladingsgraad (hoger of lager)
Voorbakken
  • Aardappelstaafjes worden bij hoge temperatuur in korte tijd voorgebakken in plantaardige olie
  • Het voorbakken is klaar als het gewenste eindvochtgehalte en eindvetgehalte is bereikt. 
  • Bij ongeveer 185 graden Celsius
  • Eindproduct wordt bruin (Maillard + karamellisatie reactie), krokant, gaar

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg voor het eindproduct, wanneer je het voorbakken overslaat?

Slide 31 - Question ouverte

Friet gaan tijdens het invriezen kapot, omdat er nog veel water in het product zit.
Welke procesfactoren zijn tijdens het proces van belang?

Slide 32 - Question ouverte

Temperatuur, bandsnelheid, beladingsgraad
Waardoor wordt de hoeveelheid opgenomen vet bepaald?

Slide 33 - Question ouverte

– de hoeveelheid zetmeel (droge-stofgehalte) van de aardappel: hoe meer zetmeel, hoe minder vetopname;
– de grootte van de staafjes: hoe groter, hoe minder vetopname;
– de bakduur: hoe langer, hoe meer vetopname;
– het oppervlak van de staafjes: hoe gladder, hoe minder vetopname;
– de temperatuur van de olie: hoe lager, hoe meer vetopname.
FFA-test
  • Fritesstaafjes nemen vet op tijdens het bakken
  • Vet wordt aangevuld door operators
  • Veel reacties, waaronder ranzig worden van vet
  • Ranzig worden: Water uit friet reageert met triglyceriden met als reactieproduct een los vetzuur
  • Losse vetzuren kunnen worden gemeten met FFA-test
  • FFA-test: dipstroken of titratie

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na afloop van het voorbakken, wordt het product snel terug gekoeld. Wat is de reden hiervan?

Slide 35 - Question ouverte

Dit doe je om microbieel bederf en achteruitgang van de kwaliteit van het product tegen te gaan
Invriezen
  • Droge en koude lucht van −40 °C wordt door een
    geperforeerde band geblazen. 
  • De bandsnelheid (verblijftijd), luchttemp. en beladingsgraad hebben invloed op de eindtemp. van de frites. 
  • Eindtemp. hoogstens −18 °C zijn
  • Hogere temperaturen --> ijskristallen --> structuur kapot

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Jij:
• Kunt de bestanddelen van aardappel benoemen
• Kunt argumenten geven waarom er ingangscontroles worden uitgevoerd
• Kunt de productie van friet construeren

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions