HAVO-4 en AG4 2.1 Modellen en De bouw van een atoom

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Goedemorgen!

Programma

2.1 Modellen

2.1 De bouw van een atoom

• atoommodel van Dalton 
• atoommodel van Rutherford 

Afsluiting

Na deze les kun je:

• een beschrijving geven van de verschillende atoommodellen 
• massa, plaats en lading noemen van proton, neutron en elektron
• uitleggen wat atoomnummer en massagetal betekenen
• binas gebruiken om atoom te beschrijven / tekenen

2.1 Modellen

2.1 Modellen

Atomen en moleculen kun je weergeven in een model. Wat is hier de betekenis van het begrip "model"?

Wat is het verschil tussen het model van een planetenstelsel en een model van een atoom?

Voorbeeld van een molecuulmodel

Zuivere stof of mengsel?

1. a: mengsel b: zuivere stof c: mengsel
2. a:zuivere stof b: zuivere stof c: mengsel
3. a: mengsel b: mengsel c: mengsel
4. a: zuivere stof b: zuivere stof c: zuivere stof

2.1 Atoommodel van Dalton

Atomen zijn harde, ondeelbare bolletjes

Elk atoom van de ene soort verschilt van een atoom van een ander soort. 

Leg uit; hoe kun je zien of het om een zuivere stof of mengsel gaat?

Leg voor elke zuivere stof uit of deze een element of een verbinding is.

Leg uit: welke modelvoorstelling stelt waterstofperoxide voor?

00:26

Verklaar de naam "Goudfolie-experiment"

00:39

Waar bestaat, volgens Rutherford, het atoom voor het grootste deel uit?

01:08

Hoe wordt het "centrum" van het atoom genoemd? Nederlandse naam graag.

Beschrijf het verschil tussen de atoommodellen van Dalton en Rutherford

01:02

Uit welke drie deeltjes bestaat een atoom?

02:30

Welke eigenschappen (2) van protonen, neutronen en elektronen zijn belangrijk?

04:07

Welk deeltje in een atoom heeft de kleinste massa?

07:58

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen komen voor in een atoom met atoomnummer 8 en massagetal 16?

Waar vind je het atoomnummer?

Binas tabel 99

binas 99

Samenvattend

Verwerken (HAVO-4)

2.1 Maak nu de opdrachten 1t/m 6, 13, 15 (blz. 43)

Je leert dan o.a. binas te gebruiken om een atoom te beschrijven volgens het atoommodel van Rutherford.

Verwerken (AG4)

2.1 Maak nu de opdrachten 1t/m 3, 9, 15 (blz. 43)

Je leert dan o.a. binas te gebruiken om een atoom te beschrijven volgens het atoommodel van Rutherford.

Noem 3 dingen die je hebt geleerd.

Afsluiting

HW: bestudeer 2.1 (blz. 36+37)

maak opdr. 1 t/m 3 + 9 + 15 af 

Je kunt de bouw van een atoom beschrijven m.b.v. het atoommodel van Rutherford