Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Nakijken paragaaf 2.3
Open je boek op bladzijde 50 en 51
Slide 1 - Diapositive
Opdracht 6A Bij het kopen van een bestaande woning heb je te maken met:
A
Overdrachtsbelasting
B
BTW
C
Notariskosten
Slide 2 - Quiz
6B Bij de aankoop van een nieuwbouwwoning heb je te maken met..
A
Overdrachtsbelasting
B
BTW
C
Notariskosten
Slide 3 - Quiz
Opdracht 7A Jair koopt een woning van €365.000. Hij krijgt na onderhandelen nog 5 % van de prijs af. Bereken hoeveel de aankoopprijs is.
Slide 4 - Question ouverte
Opdracht 7B De notariskosten zijn €500. Bereken de totale aankoopkosten.
Slide 5 - Question ouverte
Vraag 8 Voor de aankoop van een huis sluit je een ...... af.
A
Lening
B
Hypotheek
Slide 6 - Quiz
Vraag 8 De looptijd van een hypotheek is meestal .... jaar.
A
5
B
10
C
20
D
30
Slide 7 - Quiz
Vraag 8 Het huis is voor de bank het .... voor de lening. De bank mag je huis ...... als je de lening niet kunt terugbetalen.
Slide 8 - Question ouverte
Vraag 9 Je sluit een hypotheek af van €295.000. Maandelijks betaal je €1.120. De looptijd van de lening is 30 jaar. Bereken hoeveel je in totaal na 30 jaar hebt betaald.
Slide 9 - Question ouverte
Opdracht 9B Bereken de rente die zij dan in totaal hebben betaald in 30 jaar.
Slide 10 - Question ouverte
Opdracht 9C Leg uit waarom Neeltje en Desh uiteindelijk minder aan rente kwijt zijn.