E prefxes - suffixes

Lesdoel 
 I can use prefixes and suffixes in a sentence.

Ik kan voor- en achtervoegsels in een zin gebruiken.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel 
 I can use prefixes and suffixes in a sentence.

Ik kan voor- en achtervoegsels in een zin gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de blogpost. Kijk naar de gekleurde woorden. Schrijf de twee woorden die dezelfde kleur hebben naast elkaar en onderstreep het verschil tussen de woorden.

Slide 2 - Diapositive

Samen doen


communication - miscommunication
like - dislike
turned - returned (omdraaien - terugkomen)

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Prefixes (voorvoegsels) 

Non- / un- / im- / il- / in- / ir- / dis- betekent ‘niet’ of ‘het tegenovergestelde’.
sense, used, possible, legal, compatible, responsible, appear
nonsense, unused, impossible, illegal, incompatible, irresponsible, disappear

Re- betekent ‘opnieuw’, ‘terug ’ of ‘als reactie op’ .
turn, visit, play, act
return, revisit, replay, react

Mis- betekent ‘verkeerd’ of ‘niet’ .
use, behave
misuse, misbehave






Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeg een woord toe aan de voorvoegsels om correcte nieuwe woorden te maken.

Shirley’s latest thriller is about an in........... man.
A
Legal
B
visible
C
happy

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeg een woord toe aan de voorvoegsels om correcte nieuwe woorden te maken.

He doesn’t use any football apps because he dis......... the game.
A
Likes
B
Turns
C
Acts

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeg een woord toe aan de voorvoegsels om correcte nieuwe woorden te maken.

I'm sorry for this mis...... i'll try to resolve is as soon as possible.


A
Action
B
Understanding
C
Fiction

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Suffixes = achtervoegsels

-er betekent ‘degene die de actie doet’.
teach, eat, rap
teacher, eater, rapper

-ing / -ment verandert het werkwoord in een zelfstandig naamwoord.
I’ll pay you back tomorrow.
The payment went through.
My mum paints for a living.
The painting was sold for a million pounds.

-ness verandert een bijwoord / bijvoeglijk naamwoord in een zelfstandig naamwoord.
The girl on TV is very kind.
I admire your kindness.








Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Select the correct suffix (achtervoegsel).
The teach..... corrected the mistakes in my essay.
A
er
B
ing

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Select the correct suffix
The announcement filled people's hearts with deep sad......
A
er
B
ness

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In the countries where healthcare is free, you should receive free trea.......
A
ness
B
ment

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions