Ergo sessie_functies

Onze leerlingen met neuro-motorische problemen komen soms wat onhandig over. We geven jullie graag meer uitleg over de verschillende functies waarbij deze problemen kunnen optreden.

Onze leerlingen met DCD komen soms wat onhandig over, we leggen jullie graag uit hoe jullie deze kenmerken kunnen observeren en herkennen.
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
praktijkSecundair onderwijs

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Onze leerlingen met neuro-motorische problemen komen soms wat onhandig over. We geven jullie graag meer uitleg over de verschillende functies waarbij deze problemen kunnen optreden.

Onze leerlingen met DCD komen soms wat onhandig over, we leggen jullie graag uit hoe jullie deze kenmerken kunnen observeren en herkennen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De neuromotorische functies kunnen we onderverdelen in vier groepen:
- motorische functies
- sensorische functies
- cognitieve functies
- executieve functies

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke motorische
functies kennen jullie?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Neem een blad papier (min. A4) en een balpen/potlood.


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proximo-distale dissociatie
Proximaal: dicht bij de romp 
Distaal: verder van het lichaam 
Dissociatie: los van elkaar
--> gewrichten kunnen onafhankelijk bewegen t.o.v. elkaar 

Deze functie is belangrijk om steeds verfijnder te gaan werken.
Bij leerlingen met neuromotorische problemen is dit niet altijd goed verworven, waardoor ze vaker vanuit de elleboog of de schouder werken.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functie zou in het filmpje geoefend worden?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lateralisatie
Vanaf ongeveer 6 jaar treedt de lateralisatie op. Er ontwikkelt zich een voorkeurshand en er komt een samenwerking tussen beide handen met een 'taakverdeling'. De ene hand voert de handeling uit (actiehand), de andere hand assisteert (steunhand). De voorkeurshand gaat steeds meer de handeling uitvoeren.

Lateralisatie is dus belangrijk voor het ontwikkelen van een voorkeurshand om vb te leren schrijven maar ook het ontwikkelen van richtingsbewustzijn en het (her)kennen van de begrippen links/rechts (ruimtelijke oriëntatie)
Bij onze leerlingen zie je vaak dat ze vaak van hand wisselen om materiaal te hanteren, de middellijn van hun lichaam niet kruisen en moeite hebben met de begrippen links/rechts






Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jullie mogen rechtstaan, tijd voor wat beweging!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grofmotorische coördinatie
Vermogen om grove bewegingen in verschillende lichaamsdelen onderling af te stemmen in verhouding tot elkaar en in relatie tot de omgeving. 

Grove motoriek: alle bewegingsactiviteiten waarbij het ganse lichaam betrokken is vb. springen, lopen, traplopen, bal gooien/vangen, fietsen...

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem met je niet-dominante hand een post-it en schrijf een bijnaam van jezelf op.
Toon je resultaat aan je collega's.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fijnmotorische coördinatie
Vermogen om fijne bewegingen in verschillende lichaamsdelen onderling af te stemmen in verhouding tot elkaar en in relatie tot de omgeving. 

Fijne motoriek: alle vaardigheden waarbij je met je handen en vingers fijne bewegingen moet maken  vb. schrijven/kleuren/tekenen, knippen, typen, draad door een naald steken, haarspeldje insteken, veters strikken, ritssluiting inzetten, knopen open/dicht doen...

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Probeer de volgende oefening:

Lukt je dit van de eerste keer? Moet je hier veel bij nadenken?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Coördinatie tussen verschillende lichaamsdelen en simultaan bewegen

Bij leerlingen met DCD zien we vaak problemen met het uitvoeren van verschillende bewegingen in functie van een bepaalde handeling (bijvoorbeeld bimanueel werken).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vloeiendheid en ritme van bewegingen
Het aannemen van een bepaalde houding en de uitvoering van specifieke bewegingen moeten op het juiste moment in de tijd ontwikkeld worden om tot een vloeiende beweging te komen. Ritmegevoel is het kunnen indelen van tijd in gelijke delen.

DCD: Bewegingen gebeuren niet ritmisch, wat een impact heeft op de TIMING van bewegingen en bijgevolg de vloeiendheid.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over wat gaat dit filmpje?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Krachtdosering
(onbewust) inschatten hoeveel kracht je precies nodig hebt om een bepaalde beweging of handeling uit te voeren. 

Leerlingen met DCD gebruiken vaak te veel of te weinig kracht bij de uitvoering (in de functionele context).

Slide 19 - Diapositive

Vb ook bij snijden in de kookles

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Somatiek - tonus en uithouding
De tonus is de mogelijkheid om in de spieren een constante en langdurige kracht te ontwikkelen en te bewaren. Een groot aantal kinderen met DCD zijn hypotoon. Dit kan zich uiten in bv. onderuitgezakt zitten, gebogen houding bij het staan met afgezakte schouders, leunen. Dit uit zich ook in de uitvoering van activiteiten.
Opgelet: krampachtig schrijven kan een overcompensatie zijn van hypotonie

Leerlingen met DCD tonen vaak een zwakker uithoudingsvermogen, ze zijn weinig fit. 



Slide 21 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=mrM5Li_nryE
Spreken

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben jullie geobserveerd op motorisch vlak?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreken
coördinatie van het kaakgewricht, de lippen en tong

Leerlingen met DCD hebben soms moeite met het correct en duidelijk uitspreken van woorden, ze praten vaak onduidelijk. (verbale dyspraxie)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sensorische
functies kennen jullie?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem 3 voorwerpen van verschillende grootte.
Probeer nu voor elk voorwerp in te schatten hoeveel het weegt.

Als je alles hebt opgeschreven, controleer dan met je weegschaal.
Wat merk je op? 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proprioceptie - 
inschatten van gewicht en afstanden

Proprioceptie (houding en bewegingszin) is de inwendige gewaarwording in het lichaam die ons informeert over de positie en de stand van ons lichaam in de ruimte. Het informeert ons ook over de positieverandering (=beweging). Dit vermogen komt tot stand door de gevoelsreceptoren in de gewrichten, spieren en pezen. Die receptoren vangen gegevens op over de richting van de beweging, de amplitude (hoek), de snelheid en de uitgeoefende kracht.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proprioceptie -
inschatten van gewicht en afstanden

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd om even de beentjes te strekken. Je mag rechtstaan. 
Zorg dat je enige bewegingsruimte hebt.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evenwicht
= complexe functie
 Om ons evenwicht te bewaren moeten verschillende sensorische bronnen (proprioceptie en visuele perceptie) geïntegreerd gebruikt worden om de spieren op het juiste moment met de juiste hoeveelheid kracht te laten reageren. 

statisch evenwicht = evenwicht in stand
dynamisch evenwicht = evenwicht tijdens het bewegen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de panda
zoek de panda
zoek de aap
color code
SILKE

Slide 31 - Diapositive

Uitzoomen kan!
Visuele functies
Visuele perceptie is een mentale functie. 
≠ gezichtsscherpte (Het gaat niet over de mechanische aspecten, het oog op zich.)

Daaronder hoort:
Visuele discriminatie / Figuur –achtergrondwaarneming
Waarnemingsconstantie / Vormconstantie
Grootteconstantie/ Richtingconstantie
Waarneming van de ruimtelijke positie en de ruimtelijke relatie
Visual closure/ Voorstellingsvermogen
Ruimtelijke organisatie en structuratie

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem een schoen met veters en maak de veters open.
Doe ovenwanten aan.
Probeer de veters te strikken met de ovenwanten aan.

Lukt dit goed? Hoe heb je dit ondervonden?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tactiele functies
Via de tastzin (handen en huid) gaan er tactiele prikkels naar de hersenen, waar ze verwerkt worden tot informatie over de structuur/textuur/houding.

Bij onze leerlingen zien we vaak een tekort aan gevoeligheid en een verminderde tactiele feedback. Dit maakt het voor leerlingen moeilijk om bewegingen bij te sturen of het resultaat te controleren. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oog-handcoördinatie
Wordt ook wel visueel-motorische integratie genoemd. Bij de oog-handcoördinatie zijn verschillende functies betrokken (gezichtsvermogen, visuele perceptie, kinesthesie, motorische coördinatie). Voor sommige taken is oog-handcoördinatie een belangrijke vereiste: als we onze beweging moeten afstemmen op een bewegend voorwerp, schrijven, tekenen...

Bij leerlingen met DCD zien we vaak een zwakke oog-handcoördinatie. Ze missen een gebrek aan precisie in (eenvoudige) handelingen onder visuele controle. bv. het overtrekken van een lijn, het grijpen van een voorwerp etc.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cognitieve functies

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke cognitieve
functies kennen jullie?

Slide 38 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Intelligentieprofiel
Even jullie kennis testen...

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent PIQ?
A
Performaal IQ
B
Persoonlijk IQ
C
Projectbaar IQ

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent VIQ
A
Vragenlijst IQ
B
Verbaal IQ
C
Variabel IQ

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent TIQ?
A
Talenten IQ
B
Totaal IQ
C
Tussen IQ

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Intelligentieprofiel
Afname WISC-III: 
VIQ = 95 , PIQ = 73 , TIQ = 81 


Wat zou dit kunnen betekenen?


Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intelligentieprofiel
Leerlingen met DCD vertonen vaak een disharmonisch intelligentieprofiel (PIQ<VIQ)
  

VIQ: Alles wat betrekking heeft op woordenschat, taalgevoel, redeneringsvermogen etc. (o.a. abstract redeneren, algemene kennis, rekenkundig inzicht en geheugen).
PIQ: Het praktisch omgaan met kennis: (1. probleem oplossen, 2. het uitvoeren): motorische vaardigheden, ruimtelijk inzicht, visuele perceptie, planning en organisatie.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem een blaadje papier van 20x20cm.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingssnelheid

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingssnelheid
De snelheid waarmee prikkels en informatie verwerkt worden in de hersenen.

Bij leerlingen met neuromotorische problemen zien we vaak een tragere informatieverwerking; ze hebben meer tijd nodig bij het verwerken van informatie, het ‘denken’. (≠ het begrijpen)

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de kleuren zo snel mogelijk na elkaar.
Laat je niet vangen!

Slide 49 - Diapositive

De kleuren benoemen, niet de woorden lezen

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concentratie en aandacht

Leerlingen met DCD kunnen problemen vertonen met selectieve, verdeelde, volgehouden en gerichte aandacht en met concentratie.

Slide 51 - Diapositive

Selectieve aandacht is een verscherping van de aandacht op een gebeurtenis, waardoor andere gebeurtenissen niet of verminderd worden waargenomen.
Verdeelde aandacht is de mogelijkheid om te reageren op meer dan één taak tegelijkertijd of op verschillende elementen tegelijkertijd binnen een complexe taak.
Volgehouden aandacht: Het vermogen om de aandacht gericht te houden op een stimulus of activiteit gedurende een langere periode. 
Met gerichte aandacht bedoelen we het vermogen om relevante van irrelevante informatie te onderscheiden.

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions