3vw1 mardi 26 janvier

objectifs / doelen
À la fin du cours tu...
- kunt antwoord geven op vragen die te maken hebben met school en keuzes;
- ken je de futur proche en futur simple weer wat beter.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

objectifs / doelen
À la fin du cours tu...
- kunt antwoord geven op vragen die te maken hebben met school en keuzes;
- ken je de futur proche en futur simple weer wat beter.

Slide 1 - Diapositive

programme
- Bron D - ex.18b, spreekopdracht in breakoutrooms
- Bron D - ex.18b, klassikaal
- Bron C - révision du futur proche et du futur simple

Slide 2 - Diapositive

Bron C - révision
- Révision avec un petit quiz de 12 questions
- Questions?

Slide 3 - Diapositive

1. jij zult eten = tu mangeras
A
vrai
B
faux

Slide 4 - Quiz

2. wij zullen moeten = nous devrons
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quiz

3. on pourra = we zullen kunnen
A
vrai
B
faux

Slide 6 - Quiz

4. jullie gaan zien = vous allez vendre
A
vrai
B
faux

Slide 7 - Quiz

5. jij zult kiezen = tu choisas
A
vrai
B
faux

Slide 8 - Quiz

6. ils viendrons = zij zullen komen
A
vrai
B
faux

Slide 9 - Quiz

7. zij zal zijn = elle sera
A
vrai
B
faux

Slide 10 - Quiz

8. u gaat raden = vous allez deviner
A
vrai
B
faux

Slide 11 - Quiz

9. j'aurai = ik ga hebben
A
vrai
B
faux

Slide 12 - Quiz

10. zij gaat doen = elle vas faire
A
vrai
B
faux

Slide 13 - Quiz

11. zij zullen willen = elles voulont
A
vrai
B
faux

Slide 14 - Quiz

12. ik ga werken = je travaillerai
A
vrai
B
faux

Slide 15 - Quiz

Bron C - tu as une question?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Lien

devoirs / thuistaak
- correction e.14b + luisteropdracht (studiewijzer)
- faire ex.19,20 (online) + ex.21a,22 (werkboek)
- apprendre voca ABEF + bron C

Slide 18 - Diapositive

objectifs / doelen
À la fin du cours tu...
- kunt antwoord geven op vragen die te maken hebben met school en keuzes;
- ken je de futur proche en futur simple weer wat beter.

Slide 19 - Diapositive

Noem...
3 dingen die je vandaag geleerd hebt;
2 dingen die je na vandaag nog wilt/moet leren;
1 ding dat je nog wilt leren/weten.

Slide 20 - Question ouverte