les 2 Tekstdoelen blz. 10-11

Goedemiddag 
A2I
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemiddag 
A2I

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Doel benoemen
  2. Terugblik
  3. Uitleg
  4. Oefenen via Lessonup
  5. Zelf aan de slag
  6. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Diapositive

Leesvaardigheid 2

Doel: Je weet welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst en je kunt deze herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Leesvaardigheid
Tekstdoelen

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoelen
  • Informeren;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren;
  • Beschouwen 

Slide 5 - Diapositive

Informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.
  • Bijvoorbeeld: weerbericht, lesboek of recepten

Slide 6 - Diapositive

Overtuigen
  • Je leest de mening van de auteur
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant, blog/column.

Slide 7 - Diapositive

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 8 - Diapositive

Amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop of gedicht.

Slide 9 - Diapositive

Beschouwen 
  • Schrijver wilt dat de lezer een mening vormt over een bepaald onderwerp. 
  • Onderwerp wordt van meerdere kanten bekeken 
  • Bijvoorbeeld: tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie.

Slide 10 - Diapositive

Is informeren een tekstdoel
of een tekstsoort?
A
tekstsoort
B
tekstdoel
C
beide
D
geen van beide

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
verkennen

Slide 12 - Quiz

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Geef een synoniem van / ander woord voor het tekstdoel amuseren.

Slide 14 - Question ouverte

Een recept en een gebruiksaanwijzing zijn voorbeelden van...
A
het tekstdoel informeren
B
het tekstdoel amuseren
C
het tekstdoel beschouwen
D
het tekstdoel activeren

Slide 15 - Quiz

informeren
beschouwen
overtuigen
activeren
amuseren
beschouwing
nieuwsbericht
reclametekst
gedicht
betoog

Slide 16 - Question de remorquage

Welk tekstdoel hoort bij een leesboek?

Slide 17 - Question ouverte

Welk tekstdoel hoort bij
een advertentie?
A
overtuigen
B
uitleg geven
C
activeren
D
amuseren

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informerende tekst?
A
recept
B
stripverhaal
C
folder
D
advertentie

Slide 19 - Quiz

Bij welke tekstsoort worden
vooral feiten gebruikt?

Slide 20 - Question ouverte

Waar draait het om bij het
tekstdoel overtuigen?
A
de mening van de schrijver
B
de lezer over te halen
C
feiten
D
de lezer iets uitleggen

Slide 21 - Quiz

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Amuseren
Tekstdoel Activeren
Tekstdoel Beschouwen
nieuwsbericht over de verkiezingsuitslag
Recensie over mijn gelezen boek

Een mop in een tijdschrift
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Artikel op website Voedingcentrum.nl om elke dag fruit en groente te eten.
Spelhandleiding hoe je Uno moet spelen
Een ingezonden brief over de voor- en nadelen van een BTW-hoging op producten met veel suiker.

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is het tekstdoel
van de tekst hiernaast?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 23 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij
een geboortekaartje?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel van de tekst hiernaast?
A
beschouwen
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 25 - Quiz

Zelf aan de slag
  • Maak opdracht 1, 2, 3, 6 en 7 op pagina 11-13.
  • Je krijgt de les van de tijd voor het maken van deze opdrachten.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Je maakt de opdrachten in je schrift!
  • Let op spelling en het maken van goede zinnen!

Slide 26 - Diapositive

Lesdoelcheck!
Welke doelen kan een schrijver
hebben met een tekst?

Slide 27 - Question ouverte

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 10 september
  • Huiswerk: maken opdr. 1, 2, 3, 6 en 7 (p. 11-13) + leren theorie leesvaardigheid 2 (p. 10)
  • Programma: les 3 leesstrategieën 


Slide 28 - Diapositive

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 29 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 30 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 31 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 32 - Quiz