Klas 2C en 2D week 25

Klas 2C en 2D - week 25
Deze week starten we met hoofdstuk 6. Je gaat het onderdeel "Lezen" (p. 162 t/m 167) doorwerken.

Succes!

Aan het eind van de week controleer ik weer of het iedereen gelukt is.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Klas 2C en 2D - week 25
Deze week starten we met hoofdstuk 6. Je gaat het onderdeel "Lezen" (p. 162 t/m 167) doorwerken.

Succes!

Aan het eind van de week controleer ik weer of het iedereen gelukt is.

Slide 1 - Diapositive

Maak de startopdracht (p. 162)
Kijk daarna het filmpje op de volgende slide.

(de antwoorden bij de startopdracht vind je later in deze LessonUp)
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Lees nu de theorie op p. 162
Kijk daarna de startopdracht na (volgende slide).
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Antwoorden startopdracht (p. 162)

Slide 5 - Diapositive

Maak nu opdracht 1 (p. 163)
Tip: neem eerst netjes het schema over in je schrift. 

Wat is een ombudsman?
De term ombudsman stamt uit het Zweeds, waarin het woorddeel ombud oorspronkelijk wettelijk vertegenwoordiger of adviseur betekent. Een ombudsman is iemand die onpartijdig klachten behandelt.

De antwoorden volgen op de volgende slide.
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden opdr. 1 (p. 163)
Tekst 1 ("Kamp")
Onderwerp: kamp voor christelijke tieners
Bron: www.wegwijzerkampen.nl
Taalgebruik:- de lezers worden met ‘je’ en ‘jij’ aangesproken
                          - redelijk eenvoudige zinnen en woordgebruik 
lay- out: niets opvallends
publiek: gelovige tieners die kamperen leuk vinden

Slide 7 - Diapositive

Antwoorden opdr. 1 (p. 163)
Tekst 2 ("Ijsland gaat jatten van verkeersborden tegen")
Onderwerp: diefstal van IJslandse verkeersborden
Bron: www.bndestem.nl
Taalgebruik: - moeilijke woorden en lange zinnen 
                           - de lezers worden niet direct aangesproken  
Lay-out: opmaak als een krantenbericht met lead en plaatsnaam
Publiek: volwassenen die de krant BN/DeStem lezen (een breed publiek)

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden opdr. 1 (p. 163)
Tekst 3 ("Ouderen ombudsman")
Onderwerp: Ouderen-Ombudsman
Bron: www.ouderenombudsman.nl
Taalgebruik: - de lezers worden met ‘u’ aangesproken
                           - weinig woorden
                           - korte zinnen
Lay-out:  groot lettertype, duidelijk leesbaar, grote foto van een oudere dame  
Publiek: ouderen die geïnteresseerd zijn in de Ouderen-Ombudsman

Slide 9 - Diapositive

Dit is het einde van les 1
Wil je verder werken? Neem dan eerst 10 minuten pauze.

Slide 10 - Diapositive

Maak nu opdr. 2 en 3 (p. 164-165)
Nb. jargon=vaktaal

Tip bij opdr. 2, vraag 6:
kijk of je een signaalwoord ziet.

De antwoorden vind je op de 
volgende slides.
timer
30:00

Slide 11 - Diapositive

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
1 de uitbreiding/groei van de Efteling
2 (internet)artikel
3
steevast (al. 4)= altijd 
soelaas bieden (al. 4)= verlichting geven 
roet in het eten gooien (al. 5)= de boel bederven
naburig (al. 6) = nabijgelegen 
middenstand (al. 6) = groep van kleine winkeliers en ondernemers van kleine bedrijven 
pijnpunten (al. 7) =  knelpunten 

Slide 12 - Diapositive

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
4 Omdat dit gevolgen heeft voor de werkgelegenheid, in het park en bij de leveranciers en omdat de Efteling Nederlands erfgoed moet blijven.

5 nieuwe attracties,  overnachtingsmogelijkheden / een tweede hotel, bereikbaarheid door een eigen afrit,  uitbreiding van het park 

6 tegenstellend verband (zie: echter)

7 - De nieuwe aanrijroute gaat ten koste van de recreatiemogelijkheden van de omwonenden. 
- Kaatsheuvel zal vanuit Loon op Zand lastiger bereikbaar worden (en dat is nadelig voor de middenstand).

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
8 Het doel van de informatiebijeenkomst is uitleg geven over waarom uitbreiding zo belangrijk is en om alle pijnpunten van de omwonenden aan te horen (zodat de Efteling daarmee rekening kan houden).

9 Hij denkt dat de omwonenden geen invloed meer kunnen uitoefenen op de uitbreidingsplannen, omdat de Efteling, de gemeente en de provincie het hierover al eens zijn.
 
10 Nee, omdat alleen de eerste twee alinea’s gaan over het mogelijke gevaar dat de Efteling in handen komt van buitenlandse partijen (waaronder Rusland) wanneer het pretpark niet uitbreidt. De tekst gaat verder over de argumenten van omwonenden tegen de uitbreidingsplannen en dat zie je niet terug in deze titel.


Slide 14 - Diapositive

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
11 ondernemers, zie bron: www.deondernemer.nl

12 Winkeliers in Kaatsheuvel zullen mogelijk wel last ervaren, omdat mensen uit Loon op Zand eerder gaan winkelen in Tilburg. Andere ondernemers, bijvoorbeeld van bouwbedrijven of leveranciers van bouwmaterialen, kunnen wellicht profiteren van de aanleg van wegen en de uitbreiding van het park.

Slide 15 - Diapositive

Antwoorden opdr. 3 (p. 165)
1 de vereniging van Natuurmonumenten
2


Slide 16 - Diapositive

Antwoorden opdr. 3 (p. 165)
3 Bijvoorbeeld:
ambitie (al. 1)= streven naar betere vervulling van een taak
optie (al. 1)= mogelijkheid
vooraanstaande (al. 2)= prominent / belangrijk
realisatie (al. 2)= verwezenlijking / het voor elkaar krijgen
verzoeken (al. 3)=vragen om iets te doen (of te laten)
..............................................

Slide 17 - Diapositive

Antwoorden opdr. 3 (p. 165)
4 De uitbreiding aan de zuidzijde vormt een bedreiging voor de natuurgebieden.
5 In deze tekst staat de natuur centraal in de argumentatie en niet de economie, zoals in tekst 4.
6 toegevend verband
7 Verdere groei van de Efteling zal in westelijke richting moeten plaatsvinden.


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Dit is het einde van les 2
Wil je verder werken? Neem dan eerst 10 minuten pauze.

Slide 20 - Diapositive

Kijk nog eens naar de twee Eftelingteksten en maak dan opdr. 4 (p. 165)
De antwoorden vind je op
de volgende slides.

timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p. 165)
1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- gevolg voor werkgelegenheid in het park: buitenlandse werknemers nemen in het park (een deel van) het werk van de lokale werknemers over.
- gevolg voor de leveranciers: er worden buitenlandse lekkernijen ingevoerd, waardoor lokale bedrijven minder aan de Efteling kunnen leveren.

2 Een persbericht is een (kort) bericht aan de pers over een nieuwsfeit of een actualiteit. Wanneer een redactie zo’n bericht ontvangt, kan een redactielid besluiten hierover een artikel te schrijven in de krant. In een persbericht staat altijd een contactpersoon, een telefoonnummer en/of een mailadres waar de pers meer informatie kan krijgen.

Slide 22 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p. 165)

Slide 23 - Diapositive

Maak nu opdr. 5 (p. 166)
Mocht je benieuwd zijn geworden naar Frederik van Eeden (en Walden), kijk dan het filmpje op de volgende slide (in klas 6 komt hij ook nog voorbij bij literatuurgeschiedenis).

Tip bij vraag 7: zie je een signaalwoord?


De antwoorden volgen verderop in deze
LessonUp.
timer
25:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Antwoorden opdr. 5 (p. 166)
1 hooikoorts in de negentiende eeuw
2 • lapmiddelen (al. 1) = middelen die onvoldoende werken 
• naarstig (al. 4) = ijverig 
• hamvraag (al. 5) = de belangrijkste vraag 
• beschaafd (al. 6) = welopgevoede en ontwikkelde 
• stimuli (al. 7) = prikkels 
• modieus (al. 8) = volgens de laatste trend 
• restauratiezaal (al. 8) = eet- en drinkgelegenheid 
• pneumatisch (al. 8) = met lucht werkende 
• sceptici (al. 10) = twijfelaars 
• democratisering (al. 10) = toegankelijkheid voor iedereen 
• minderbedeeld (al. 11) = arme 

Slide 26 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5 (p. 166)
3 C (al. 1) en A (al. 2)

4 c (al. 4), b (al. 6, 7), a (al. 8), e (al. 9), d (al. 10)

Slide 27 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5 (p. 166)
5 De hamvraag is: Waarom leidden bepaalde factoren ineens tot zo veel klachten? Het antwoord staat in alinea 10: Door een complex samenspel van factoren, met name de veranderde leefomgeving en de toegenomen lichamelijke gevoeligheid van de slachtoffers voor pollen.
6 Hooikoorts werd gezien als een beschavingsziekte: de beschaving, inspanning van geest en gevoelige zenuwen maakten de rijke hooikoortspatiënten extra vatbaar voor hooikoorts. Zij werden blootgesteld aan een duizelingwekkende combinatie van nieuwe ideeën, religieuze en politieke keuzes en zintuiglijke prikkels.
7 oorzakelijk verband

Slide 28 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5 (p. 166)
8 Het aantal hooikoortspatiënten nam in de loop van de twintigste eeuw ook onder de rest van de bevolking (dus niet alleen onder de elite) toe.
9
a juist
b juist
c juist
d onjuist
10 Deze tekst is bedoeld voor geïnteresseerden in historische thema’s, zoals hooikoorts vanaf de negentiende eeuw (een heel specifiek onderwerp). Je ziet het bijvoorbeeld aan de bron: het Geschiedenis Magazine.

Slide 29 - Diapositive

Dit was het einde van les 3
Je kunt nu:
het publiek van een tekst bepalen

Je hebt nu herhaald:
tekstverbanden, functies

Volgende week gaan we verder met het onderdeel "woordenschat" van H6.

Slide 30 - Diapositive