Oefentoets PW U4

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Les objectifs du PW

Aan het einde van Unité 4 kun jij:

- een tekst over het gezondheid begrijpen;

- een gesprek bij de dokter of de apotheek begrijpen en voeren;

Grammatica (tegenwoordige tijd en passé composé):

- werkwoorden in -re begrijpen en vervoegen;

- wederkerende werkwoorden vervoegen.

Exercice numéro 1

Traduis les mots en gras en néerlandais/ Vertaal de vetgedrukte woorden

J'ai un test d'histoire et également un test d'anglais. Vertaal: "également"

Il faut se sentir bien pour gagner un match. Vertaal: se sentir

En ce moment, Siemen est fatigué. Vertaal: en ce moment

Le sucre peut attirer la guêpe. Vertaal: attirer

Exercice numéro 2

Choisis le mot qui convient et traduis-le en néerlandais/ Kies het woord en vertaal het gekozen woord

Il fait beau. Il fait 20 degrés/ calmants !

Pour manger une soupe, tu prends une cuillère / pastille

Je veux répondre à / savoir si tu viens en vélo demain ?

Exercice numéro 3

Complète les phrases/ Vul de zinnen aan met het juiste woord.

De woorden in de zinnen zijn allebei in het Frans. Dat is geen vertaling opdracht.

soulager / être en forme / réconforter.
Pour ... , il faut faire du sport

ce matin / terrible / également
...... il y a un examen de français

Exercice numéro 4

Complète les phrases en conjugant les verbes/ vervoeg de werkwoorden in –re.

  

1/ In de tegenwoordige tijd;

Tu ..... la question (entendre) ?

Nous ... nos livres à la médiathèque (rendre)

Exercice numéro 5

Complète les phrases en conjugant les verbes/ vervoeg de werkwoorden in –re.

  

2/ In de voltooid deeltijd (passé composé).

Stefano .... le bus très longtemps (attendre)

Temidire et Aston ... à la question (répondre)

Exercice numéro 6

Complète la règle de grammaire/ vul de grammatica regel in

Het werkwoord "se coucher" is een...

Exercice numéro 7

Complète les phrases avec les mots donnés. Utilise les verbes.

Vul de zinnen in. Gebruik de werkwoorden. Jij moet het werkwoord vervoegen.

1/ Tegenwoordige tijd:

= opdracht over de vervoeging van wederkerende werkwoorden

Elle .... Lina (s'appeler)

Nous ... à 8 heures (se coucher)

Bram et Vasil .... bien pour le test (s'entrainer)

Exercice numéro 8

Complète les phrases avec les mots donnés. Utilise les verbes.

Vul de zinnen in. Gebruik de werkwoorden. Jij moet het werkwoord vervoegen.

2/ Voltooid deeltijd (passé composé).

= opdracht over de vervoeging van wederkerende werkwoorden

Lina et Nisrin ... à 8 heures (se lever)

Tim et son frère ....... à 22 heures (se coucher)

Exercice numéro 9

Beschrijving van beelden:

Trois personnes sont chez le médecin. Fais des phrases en français.

Vertel waar ze pijn hebben. Maak zinnen. Pas op: in een zin is er altijd een werkwoord. Denk aan het werkwoord te vervoegen.

Waar heeft hij pijn?

Waar heeft ze pijn?

Exercice numéro 10

Traduis les phrases en français/ Vertaal de zinnen.

Wij hebben koorts

Jij hebt een paar adviezen nodig

Zij is haar hoofd gestoten