periodiek systeem
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welk atoom bestaat uit 8 protonen, 8 neutronen en 8 elektronen?
A
Koolstof
B
Zuurstof
C
Stikstof
D
Fluor
Slide 2 - Quiz
Wat bepaald de massa van een atoom?
A
De protonen
B
De protonen, neutronen en elektronen
C
De neutronen
D
De protonen en neutronen
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel elektronen heeft een natrium-ion (Na+)?
Slide 6 - Question ouverte
Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft een chloride-ion (Cl-)?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Noem een voorbeeld van een element met vier (4) valentie-elektronen
Slide 11 - Question ouverte
Teken het elektronensymbool van koolstof.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Geef aan hoeveel protonen, neutronen en elektronen dit atoom heeft.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Welke atoom geeft deze elektronenconfiguratie weer: 1S2 2S2 2P6 3S2 3P6
