Toets Basis Thema 8 planten

 Toets thema 8 Planten Basis
Let op:

  • Geef altijd een antwoord
  • Klik op bewaren (staat onder aan de sheet (niet altijd))
  • Afbeeldingen vergroten ? Klik erop.
  • Geef uitleg waar nodig. Zonder geen punt.
  • Noteer antwoord zoals gevraagd wordt.
  • Vergeet de inleverknop niet!!!!

Heel veel succes.


1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 Toets thema 8 Planten Basis
Let op:

  • Geef altijd een antwoord
  • Klik op bewaren (staat onder aan de sheet (niet altijd))
  • Afbeeldingen vergroten ? Klik erop.
  • Geef uitleg waar nodig. Zonder geen punt.
  • Noteer antwoord zoals gevraagd wordt.
  • Vergeet de inleverknop niet!!!!

Heel veel succes.


Slide 1 - Diapositive

Bouw van een Blad
Bladsteel
Bladschijf
Nerven
Bladmoes

Slide 2 - Question de remorquage

Waar gebeurt de fotosynthese?
Fotosynthese
1
2
3
4
5

Slide 3 - Question de remorquage

Huidweefsel met bladgroenkorrels
Vaatbundel
Huidmondje
Opperhuid

Slide 4 - Question de remorquage

De fotosynthese verloopt als volgt:
..a.. + ..b.. onder invloed van zonlicht -> ..c.. + ..d..
Vul bij elke letter het juiste begrip in.
Beantwoord de vraag met a = ... etc.

Slide 5 - Question ouverte

De druk van het water tegen de celwand van een plantencel, kan .....1.......worden,
als uit een plant ......2......water verdampt.

A
1 = laag 2=weinig
B
1=laag 2=veel

Slide 6 - Quiz

Een vaatbundel bestaat uit ...
A
houtvaten en nerfvaten
B
bastvaten en suikervaten
C
houtvaten, suikervaten en nerfvaten
D
bastvaten en houtvaten

Slide 7 - Quiz

Houtvat
Bastvat

Slide 8 - Question de remorquage

Houtvaten
Bastvaten
Vervoer Water / mineralen
Vervoer energierijke stoffen

Slide 9 - Question de remorquage

Bladluizen leven van suikerrijk plantensap. Zij zuigen dit sap onder andere uit de nerven van de bladeren van een plant.
Uit welke vaten halen bladluizen vooral hun voedsel?
A
Bastvaten, de bladluizen zitten aan de bovenkant van het blad
B
Bastvaten, de bladluizen zitten aan de onderkant van het blad
C
Houtvaten, de bladluizen zitten aan de bovenkant van het blad
D
Houtvaten, de bladluizen zitten aan de onderkant van het blad

Slide 10 - Quiz

Wat maakt een houtachtige plant stevig?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is worteldruk?
A
Omhoog persen van water vanuit de wortels
B
Vasthouden van de plant in de bodem
C
Zorgen dat de plant recht op blijft staan

Slide 12 - Quiz

Hoe heten planten die stevigheid krijgen door water?

Slide 13 - Question ouverte

Welk huidmondje hoort bij een droge omgeving en welke huidmondje hoort bij  een vochtige omgeving?
Droge omgeving
Natte Omgeving

Slide 14 - Question de remorquage

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water


Zonlicht

Glucose

Slide 15 - Question de remorquage

Leg uit waarom in een plant wel fotosynthese plaatsvindt en in een dier niet.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is assimilatie?
A
omzetten van glucose in een andere organische stof
B
omzetten van glucose in koolstofdioxide
C
omzetten van glucose in warmte
D
omzetten van glucose in water

Slide 17 - Quiz

Energierijke stoffen 
Energiearme stoffen 
glucose 
water 
zuurstof
koolstofdioxide
mineralen 

Slide 18 - Question de remorquage

Juist
Onjuist
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen van cellen.
Door assimilatie kan een plant glucose omzetten in vet.st
Bij de verbranding in organismen ontstaat water.
In de cellen van een organisme is eiwit meestal de brandstof.
Planten hebben zowel fotosynthese, als verbranding
Water is een anorganische stof

Slide 19 - Question de remorquage

Voortplanting plant
In de afbeelding is een plant getekend. De bloem van de plant is tweeslachtig. 
 
Bij de afbeeldingen horen twee beweringen:

a) Deel P heet uitloper.
b) Bij planten van deze soort kan bevruchting plaatsvinden.

Slide 20 - Diapositive

Geef bij elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist of onjuist zijn.
a) Deel P heet uitloper.
b) Bij planten van deze soort kan bevruchting plaatsvinden.

Antwoord met a = en b =

Slide 21 - Question ouverte

Delen van de kamperfoelie-bloemen zijn: eicel, meeldraad, stamper en stuifmeelkorrel.
Hoe heet het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de kamperfoelie (1) ? En de vrouwelijke voortplantingscel (2)?

A
1 = stamper / 2 = eicel
B
1 = stamper / 2 = stuifmeelkorrel
C
1 = meeldraad / 2 = eicel
D
1 = meeldraad / 2 = stuifmeelkorrel

Slide 22 - Quiz

Bekijk de afbeelding en lees de tekst






Mais
In de afbeelding  zie je het bovenste deel van een maisplant met bloemen. Enkele delen zijn vergroot weergegeven. Maisplanten hebben mannelijke bloemen en vrouwelijke bloemen. De zaden (maiskorrels) ontwikkelen zich in maiskolven.






Slide 23 - Diapositive

Welk deel is de mannelijke bloeiwijze: deel P of deel Q? Leg uit hoe je dat ziet.

Slide 24 - Question ouverte

Zaad
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel
Elke maiskorrel is een 
Elke maiskorrel is ontstaan uit een 
Bij mais heeft elke stijl meerdere stempels. 

Aan de onderkant van elke stijl zit het ............ met een eicel

Slide 25 - Question de remorquage

Ontkieming
Maiskorrels worden enkele centimeters diep gezaaid. Als het stengeltje van de maisplant boven de grond komt, zijn de reservestoffen verbruikt.

Op welke manier komt de kiemplant aan energierijke stoffen als zijn reservestoffen zijn verbruikt?

A
De kiemplant neemt deze stoffen vooral op uit de bodem
B
De kiemplant neemt deze stoffen vooral op uit de lucht
C
De kiemplant maakt deze stoffen zelf
D
De kiemplant neemt deze stoffen zowel op uit de bodem als uit de lucht

Slide 26 - Quiz

Kruisbestuiving vind plaats bij route
A
1
B
2
C
1 en 2
D
1,2 en 3

Slide 27 - Quiz

Watervorkje

Het watervorkje is een groene waterplant. Van de plant breken in een aquarium soms stukjes af. Deze stukjes groeien dan verder tot nieuwe plantjes. In de afbeelding zie je het watervorkje.
Als het aquarium in het licht staat, zie je belletjes uit het plantje komen. Het gas in deze belletjes ontstaat bij de fotosynthese.
De vraag staat in de volgende slide.

Slide 28 - Diapositive

Watervorkje
Het watervorkje is een groene waterplant. Van de plant breken in een aquarium soms stukjes af. Deze stukjes groeien dan verder tot nieuwe plantjes.
Hoe plant het watervorkje zich voort, volgens de informatie?
A
Alleen geslachtelijk
B
Alleen ongeslachtelijk
C
Zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk

Slide 29 - Quiz

Maakt heel veel stuifmeelkorrels
Meeldraden hangen buiten de bloem
Stuifmeel ruw en kleverig
Bevat nectar

Slide 30 - Question de remorquage

Mannelijke geslachtscellen van een plant belanden op het vrouwelijke gedeelte van een bloem van dezelfde soort.

Hoe heet dit proces?

A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Zaadverspreiding

Slide 31 - Quiz

 Wat er gebeurt in een plant vanaf de bestuiving tot en met de vorming van een kiemplantje. Zet in de goede volgorde.
1
2
3
4
5
6
Bevruchting
Stuifmeelbuis
bevruchte eicel
kiem
kiemplantje
Zaad

Slide 32 - Question de remorquage

Hoeveel zaadbeginsels zijn er betrokken geweest bij de vorming van de zaden in de doorgesneden druif? En hoeveel stuifmeelkorrels?
A
1 zaadbeginsel en 1 stuifmeelkorrel
B
1 zaadbeginsel en 4 stuifmeelkorrels
C
4 zaadbeginsels en 1 stuifmeelkorrel
D
4 zaadbeginsels en 4 stuifmeelkorrels

Slide 33 - Quiz

Tekst
Welk soort zaadverspreiding hoort waar?
wind
dieren
plant zelf

Slide 34 - Question de remorquage

Planten op Mars (Bron: examen vmbo-b 2021-1)

De Amerikaanse ruimteorganisatie NASA heeft plannen om een doosje met zaden van planten mee te nemen naar de planeet Mars. Ze willen weten of op Mars uit deze zaden planten kunnen groeien.
Op Mars is er minder zonlicht dan op aarde. De NASA denkt dat deze lage hoeveelheid zonlicht invloed heeft op een stofwisselingsproces in planten.
Over welk stofwisselingsproces gaat dit?

Hoe heet dit proces?

Slide 35 - Question ouverte

De NASA onderzoekt ook het erfelijk materiaal van de plantjes. Dit erfelijk materiaal zit in een deel van de plantencel.

Hoe heet dit deel?

Slide 36 - Question ouverte

De grote klis

Bron: examen vmbo-b 2019-1
George de Mestral is de uitvinder van het klittenband. Hiervoor gebruikte hij een plant, de grote klis, als voorbeeld. De vruchten van deze plant hebben haakjes. Deze haakjes zie je in afbeelding.
Voordat er vruchten aan de plant ontstaan, moet de plant bestoven worden. De grote klis heeft daarvoor paarse bloemen die een lekkere geur verspreiden.

Slide 37 - Diapositive

Hoe vindt de bestuiving bij de grote klis plaats?

Slide 38 - Question ouverte

Over de stamper van de grote klis worden twee beweringen gedaan.
Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is.

1 De stamper maakt stuifmeel.
2 Uit een deel van de stamper ontstaat een vrucht
A
1 = juist 2 = juist
B
1 = juist 2 = onjuist
C
1 = onjuist 2 = juist
D
1 = onjuist 2 = onjuist

Slide 39 - Quiz

Leg uit dat de bouw van de vruchten van de grote klis de verspreiding door dieren vergemakkelijkt.

Slide 40 - Question ouverte

Tulpen
Naar: digitaal examen vmbo-b 2021-2

Tulpen bloeien in het voorjaar. In Nederland worden veel tulpen gekweekt. In afbeelding 5 zie je een bloeiende tulpenplant. Deze plant kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.

Met welk deel kan de plant zich ongeslachtelijk voortplanten?
A
P
B
Q
C
R

Slide 41 - Quiz

In de afbeelding zie je verschillende stadia in de ontwikkeling van een tulpenplant. De stadia staan niet in de juiste volgorde.

Wat is de juiste volgorde van de levensloop van de tulp?
A
1 - 2 - 3 - 4
B
1 - 2 - 4 - 3
C
1 - 3- 2 - 4
D
1 - 3 - 4 - 2

Slide 42 - Quiz