Basisstof 2: De bloedsomloop en de bloedvaten

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 2: De bloedsomloop en de bloedvaten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 2: De bloedsomloop en de bloedvaten

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • In de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies;
  • De drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies;
  • In het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 6 - Diapositive

Bloedsomloop
De bloedsomloop is de weg die het bloed aflegt door het lichaam.
  • De mens heeft een dubbele bloedsomloop. Het bloed komt 2x door het hart bij een volledig rondje.
  • De kleine bloedsomloop: hart -> longen -> hart (O2 opnemen, CO2 afgeven)
  • De grote bloedsomloop: hart -> lichaam -> hart (O2 afgeven, CO2 opnemen)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bloedvaten
  • Slagaders: bloed stroomt weg van het hart. Hoge bloeddruk. Dikke, gespierde wand. Liggen diep in het lichaam. Bevatten veel zuurstof (behalve longslagader)
  • Haarvaten: bloed stroomt door de organen. Hele lage bloeddruk. Hele dunne wand: één cellaag dik. Kunnen O2 en CO2 opnemen en afgeven.
  • Aders: bloed stroomt naar het hart toe. Lage bloeddruk. Dunnere wand. Bevatten kleppen (zodat het bloed maar één kant op stroomt). Bevatten weinig zuurstof (behalve longader).

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Bloedvatenstelsel
Bloedvatenstelsel: het hart en alle bloedvaten.
  • Bloedvat benoemen: bepaal of het een slagader is (bloed stroomt naar orgaan toe) of een ader (bloed stroomt van orgaan af). Bekijk daarna naar of van welk orgaan het bloed stroomt.
  • Naam: naam orgaan + ader/slagader.
  • Uitzonderingen: aorta, poortader, onderste- en bovenste holle ader.

Slide 13 - Diapositive

Lever
De lever ontvangt zuurstofrijk bloed via de leverslagader, maar krijgt ook bloed via de poortader.
  • In de lever worden voedingsstoffen en gifstoffen verder afgebroken.
  • Bloed stroomt weg van de lever via de leverader naar de onderste holle ader.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 (opdracht 1 t/m 3, 5 t/m 8) + Basisstof 2 (opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 8)
Hoe: Fluisteren met je groepje of stil
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek, vraag je buur of steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren (nakijkboekje in de elo)
Uitkomst: Basisstof 1 en 2 van thema 13 zijn helemaal af

Slide 16 - Diapositive