Ch 1 - les 4

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Parler
  • Lire
  • Corriger les devoirs
  • Les heures
  • Lire
  • La négation
  • Au travail

Slide 2 - Diapositive

Règles
Je bent hier te gast, je gedraagt je fatsoenlijk:
  • Je spreekt beleefd en bent aardig tegen je docent en klasgenoten.
  • Je bent stil als dat van je gevraagd wordt.
  • Na binnenkomst ga je rustig zitten, en leg je deze spullen op tafel.
  • Je telefoon is niet zichtbaar.
  • Je komt voorbereid de les in.
  • Je hebt iedere les je laptop, je werkboek A + het herhalingsboekje, je etui en je oortjes/koptelefoon mee.

Slide 3 - Diapositive

Les objectifs
Aan het eind van deze les:
  • kun je vertellen welke dag het is
  • kun je vertellen welke datum het is
  • kun je vertellen hoe laat het is

Slide 4 - Diapositive

parler - interviews
  • deux personnes
  • écris 5 questions 
  • A pose des questions
  • B répond aux questions
  • A et B changent de rôle

Slide 5 - Diapositive

Écouter
Qu'est-ce que tu comprends?
Écoute les fragments et lis les sous-titres.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Écouter (ensemble)
Écoute le fragment.
Qu'est-ce que Tristan raconte?

Slide 10 - Diapositive

Dictée
Tristan stelt zichzelf voor.
  • Luister naar de eerste 9 seconden van het fragment.
  • Schrijf op wat je hoort.
  • Let goed op je spelling.

Slide 11 - Diapositive

Dictée
Bonjour! 
Je m'appelle Tristan.
J'ai onze ans.
J'ai une soeur, trois frères, un chien, deux poissons et un chat.
J'aime la gym et le foot.
(Je déteste les épinards.)
(Et j'aime surtout l'histoire antique.)


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

les heures

Slide 14 - Diapositive

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 15 - Quiz

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 16 - Quiz

Vertaal de kloktijd in het Frans:

Het is kwart over vijf.

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Frans:

Het is tien voor zeven.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Frans:

Het half vier.

Slide 19 - Question ouverte

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
Il est deux heures moins dix.
Il est deux heures vingt.
Il est deux heures moins le quart.
Il est deux heures et demie.
Il est deux heures cinq.

Slide 20 - Question de remorquage

Slide 21 - Diapositive

Lire
La journée préférée de Cédric et de Justin.

Slide 22 - Diapositive

Cédric
J'aime le lundi! Le lundi, on a biologie et histoire. La biologie et l'histoire sont mes matières préférées. Après l'école, je vais faire mes devoirs. J'ai des devoirs en dessin et allemand. Je trouve que l'allemand est difficile.

Slide 23 - Diapositive

Justin
J'aime le le mercredi! Le mercredi, on commence à dix heures moins vingt. J'ai deux heures de maths. J'aime les maths. Le prof est génial! Malheureusement, on a aussi le dessin. Je n'aime pas le dessin. Le cours est très ennuyeux!

Slide 24 - Diapositive

la négation

Slide 25 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 26 - Carte mentale

ontkenning

In het Nederlands:

Marc loopt op straat.  ->  Marc loopt niet op straat.


In het Frans:

Marc parle français.                   ->  Marc ne parle pas français.

Marianne mange une glace.  ->  Marianne ne mange pas une glace.

Je suis hollandais.                     ->  Je ne suis pas hollandais.

J'ai un frère                                   ->  Je n'ai pas un frère.




Slide 27 - Diapositive

ontkenning

Wat is de regel?

1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet pas achter de persoonsvorm


Begint de persoonsvorm met een klinker/h  -> n'



Slide 28 - Diapositive

Ma mère parle espagnol.

Slide 29 - Question ouverte

Je désteste les maths.

Slide 30 - Question ouverte

Mon frère habite à Utrecht.

Slide 31 - Question ouverte

J'ai treize ans.

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Devoirs
  • Leren woorden en zinnen (herhalingsboekje) + 
  • Maken opdracht 1, 2 van onderdeel C
  • Bij het spel: stuur een schermafbeelding via Teams en vertel welk attribuut je hebt gekozen.

Slide 34 - Diapositive

www.maxitaal.net/mv
-la famille
-les nombres
-avoir
-être
-avoir et être
-les heures
-les jours et les mois

-> stuur een schermafbeelding via Teams en laat weten welke attribuut je  kiest 
     (minimaal 20 goed)



Slide 35 - Diapositive

Les objectifs
Aan het eind van deze les:
  • kun je vertellen welke dag het is
  • kun je vertellen welke datum het is
  • kun je vertellen hoe laat het is

Slide 36 - Diapositive