Kerst

1 / 42
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 16 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Waar is Jezus geboren?
A
Nazareth
B
Jeruzalem
C
Bethlehem
D
Rome

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

Wat gebeurt er hierna..
A
Olaf stort neer in het ravijn
B
Olaf staat gewoon op de berg
C
Olaf klimt de berg op
D
Olaf smelt van de hitte

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Door wie is het uiterlijk van de Kerstman bedacht?
A
Sinterklaas
B
een president van Amerika
C
Coca Cola
D
Walt Disney

Slide 7 - Quiz

Wat eten mensen het meest met Kerst? 
Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Konijn
Varkenshaas
Kalkoen
Gourmetten
Eend

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel ballen hangen er in de boom?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

In Australië vieren ze
Kerst in de zomer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal word jou een fijne Kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 14 - Quiz

Wat wil Mariah Carey voor Kerst hebben?
A
Me
B
You
C
Him
D
She

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Wanneer vieren we Kerst?
A
24 en 25 december
B
25 en 26 december
C
26 en 27 december

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Welke Nederlandse cabaretier zingt dit liedje over Flappie?
A
Paul de Leeuw
B
Jochem Myjer
C
André van Duin
D
Youp van ‘t Hek

Slide 19 - Quiz

Waar kwamen de 3 wijzen vandaan?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Welke films kijken mensen met Kerst? Zet de top 4 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Love Actually
A Christmas Carol (Scrooge)
Home Alone
The Grinch

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Vidéo

Welke rol krijgt deze jongen?
A
schaap
B
engel
C
herder
D
ezel

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Waar denk jij aan
bij Kerst?

Slide 26 - Carte mentale

Op welke dag valt Kerst?
A
altijd op zondag
B
altijd op maandag
C
elk jaar op een andere dag
D
altijd op dinsdag

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Wat gaat er gebeuren?
A
De vlammetjes gaan uit.
B
Zijn familie komt Kerst vieren.
C
Zijn vriendinnetje geeft hem een zoen.
D
Er blijft helemaal niks van de kerstboom over

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Winterpret, superleuk! Maar het gaat ook wel eens mis... Zien?
A
Ja!!!
B
Nee, want ik moet de kerstboom versieren
C
Nee, liever niet. Ik houd meer van kersttruien breien.

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Vidéo

Kun jij Jingle Bells meezingen?
A
Ja duh!! Dat kan ik wel!
B
Uh... , nee. Stom he!

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Hoeveel koekjes lagen er?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 36 - Quiz

Waarom halen we met een Kerst een boom in huis?
A
om een nieuw begin te vieren
B
Jezus hield van groene bomen
C
Naast de stal stonden sparrenbomen
D
Omdat de lichtjes zo gezellig staan

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Vidéo

De kaarsjes geven een schitterend licht, in Ernies..... gezicht
A
Knappe
B
Ronde
C
Bolle
D
Mooie

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Diapositive