Een aantrekkelijke tekst schrijven: voorbeelden gebruiken.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Formuleren - hoofdstuk 3
Een aantrekkelijke tekst schrijven: voorbeelden gebruiken.
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je nodig deze les?
Een pen
Je schrift
Je Nieuw Nederlands-boek blz. 92 en 93
Je iPad
Slide 2 - Diapositive
Lezen
Lees de theorie door op blz. 92 in je boek, Formuleren hoofdstuk 3. Beantwoord daarna de vraag op de volgende slide.
Slide 3 - Diapositive
Vat de theorie van blz. 92 samen in ongeveer drie zinnen.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is geen signaalwoord voor een voorbeeld?
A
bijvoorbeeld
B
neem nou
C
en
D
zoals
Slide 5 - Quiz
Lesdoel
Je kunt je tekst aantrekkelijker en duidelijker maken
door het gebruik van voorbeelden.
Slide 6 - Diapositive
Bekijk het filmpje Nieuw Nederlands online
Uitleg over hoe je een tekst aantrekkelijk kunt maken.
leert je namelijk een betere schrijver te worden.
Slide 7 - Diapositive
Maak de opdrachten
Ga naar Nieuw Nederlands online
Klik op hoofdstuk 3
Klik op Formuleren: aantrekkelijk formuleren 3: voor beelden gebruiken
maak alle opdrachten inclusief de startopdracht
timer
10:00
Slide 8 - Diapositive
Maak opdracht 2 en
Schrijf ook twee zinnen als voorbeeld bij onderstaande zinnen
1. Jongeren hebben last van de wekenlange lockdown.
2. De overheid zal extra maatregelen moeten nemen om de coronabesmettingen te verminderen.
3. Door de lockdown komen veel bedrijven in de problemen.
timer
10:00
Slide 9 - Diapositive
Wat vond je van deze manier van werken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Sondage
Wat vond je van deze manier van werken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Sondage
Maak opdracht 2 en
Schrijf ook twee zinnen als voorbeeld bij onderstaande zinnen
1. Jongeren hebben last van de wekenlange lockdown.
2. De overheid zal extra maatregelen moeten nemen om de coronabesmettingen te verminderen.
3. Door de lockdown komen veel bedrijven in de problemen.
timer
10:00
Slide 12 - Diapositive
Upload hier een foto van je opdrachten. Past niet alles op één foto? Gebruik dan ook de volgende slide.
Slide 13 - Question ouverte
Wat moet ik doen? (deel 2)
Noteer in je schrift als 'extra opdracht':
3 voorbeelden van Nederlandse kranten.
4 voorbeelden van Nederlandse politieke partijen.
5 voorbeelden van nationale feestdagen.
6 voorbeelden van dingen die niet meer mogen tijdens de lockdown.
7 voorbeelden van leuke dingen die je thuis kunt doen om de lockdown door te komen.
Slide 14 - Diapositive
Upload hier een foto van de rest van je opdrachten.
Slide 15 - Question ouverte
Upload hier een foto van de rest van je opdrachten.
Slide 16 - Question ouverte
Wat vond je van deze manier van werken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Sondage
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
10:00
Slide 18 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog van Spelling H5?
Theorie Formuleren H5
Opdrachten maken bij Formuleren H5
Doel van deze les: Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in zinslengte.
Slide 19 - Diapositive
Voor welke leeftijd is deze tekst (H5 Formuleren start opdr.) geschreven? Waar merk je dat aan?
Slide 20 - Carte mentale
H5 Formuleren
Variatie in zinslengte
Wissel enkelvoudige en samengestelde zinnen af.
Slide 21 - Diapositive
Hoe maak je lange zinnen?
A
Je gebruikt een puntkomma.
B
Je gebruikt een dubbele punt.
C
Je gebruikt verbindingswoorden.
D
Je gebruikt signaalwoorden.
Slide 22 - Quiz
Wanneer maak je als schrijver snel een zinsbouwfout?
A
Als je korte zinnen schrijft.
B
Als je een lange zin schrijft.
C
Als je je spelling niet op orde hebt.
D
Als je lang van stof bent.
Slide 23 - Quiz
Wat is voor een lezer makkelijker lezen?
A
een samengestelde zin is beter te lezen dan enkelvoudige zin.
B
hoofdzinnen zijn moeilijker te lezen dan bijzinnen
Slide 24 - Quiz
Aan de slag!
Maak H5 Formuleren.
Klaar? Check of je alle opdrachten van Spelling en Formuleren H5 en H5 boven de 60% hebt gescoord. Daarna kun je gaan lezen, aan je vlog werken of Nieuwsbegrip maken.