Week 19 Herhaling Taalverzorging hfd 3 + Verslag 2 - reflectieverslag schrijven

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat staat op de planning?

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling werkwoordspelling (3x) - voorbereiden op herkansing
Herhaling: Taalverzorging 3.1 Hoofdletters en 3.2 Leestekens

Taalverzorging: 3.3 Meervoud: Nieuwe theorie + even samen oefenen + opdrachten in Nu Nl.
Schrijven 2.4 Verslagen, Verslag 2 - reflectieverslag


Slide 3 - Diapositive

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 4 - Diapositive

........ jij daar niet moe van? (worden)
A
Word
B
Wordt

Slide 5 - Quiz

In het donker ....... hij altijd verkeerd. (rijden)
A
rijd
B
rijdt

Slide 6 - Quiz

Wij ........ voor zijn leven. (vrezen)
A
vreesden
B
vreezden

Slide 7 - Quiz

Zij ....... het antwoord in één keer goed. (raden)
A
rade
B
raade
C
radde
D
raadde

Slide 8 - Quiz

De vrijstelling voor Nederlands was ...... (goedkeuren)
A
goedgekeurt
B
goedgekeurd.

Slide 9 - Quiz

Het is eergisteren....... (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 10 - Quiz

De ..... foto was erg goed gelukt. (vergroten)
A
vergrote
B
vergrootte

Slide 11 - Quiz

De ........ ouders maakten zich te veel zorgen over hun kind. (verontrusten)
A
verontruste
B
verontrustte

Slide 12 - Quiz

Het oud plastic werd ....... (recyclen)
A
gerecycled
B
gerecycld
C
gerecyclet
D
gerecyclt

Slide 13 - Quiz

Max Verstappen ........ op de toppen van zijn kunnen. (racen)
A
racte
B
racete
C
ractte
D
racette

Slide 14 - Quiz

Gisteren (updaten) Marnix zijn laptop opnieuw
A
update
B
updatede
C
updatete
D
updated

Slide 15 - Quiz

Jij hebt dit goed (timen)
A
getimed
B
getimt
C
getimet
D
getimd

Slide 16 - Quiz

Nieuwe lesstof:
3.3

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 19 - Quiz

Het meervoud van museum is:
A
museums
B
musea
C
museums en musea
D
museum heeft geen meervoud

Slide 20 - Quiz

Het meervoud van porie is:
A
porien
B
pories
C
porieën
D
poriën

Slide 21 - Quiz

Wat is het meervoud van categorie?
A
categoriën
B
categorieën

Slide 22 - Quiz

Reflecteren, wat weet je nog?

Slide 23 - Diapositive

Deze opdracht heb je al in je bezit
Bekijk de beoordelingscriteria goed voordat je het inlevert!

Slide 24 - Diapositive