Oefentoets H4.1 t/m 4.3 en 4.5

Oefentoets H4
Waarom?
  • Je oefent met bron/inzichtsvragen. 
  • Je herhaalt de stof en gaat het hierdoor beter onthouden. 
  • Maak van de toets een samenvatting, noteer de antwoorden op vragen die je lastig vond! 

Wat? 
Je gaat de belangrijkste thema’s van Hoofdstuk 4 verwerken/herhalen.

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets H4
Waarom?
  • Je oefent met bron/inzichtsvragen. 
  • Je herhaalt de stof en gaat het hierdoor beter onthouden. 
  • Maak van de toets een samenvatting, noteer de antwoorden op vragen die je lastig vond! 

Wat? 
Je gaat de belangrijkste thema’s van Hoofdstuk 4 verwerken/herhalen.

Slide 1 - Diapositive

Wat is abolitionisme?
A
Het idee dat je beter bent dan iemand anders
B
Beweging voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij
C
Beweging tegen de afschaffing van slavenhandel en slavernij
D
Het idee dat er mensenrassen zijn waarvan het ene beter is dan de andere

Slide 2 - Quiz

Montesquieu is verantwoordelijk voor een verlichtingsidee. Welk?
A
Liberalisme
B
Afschaffen slavernij
C
Trias politica
D
Franse revolutie

Slide 3 - Quiz

De invloed van de Verlichting was een oorzaak voor...
A
Democratische Revoluties
B
De Franse Revolutie
C
Afschaffing slavernij
D
Abolitionisme

Slide 4 - Quiz

Welk land schafte als eerste slavernij af?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Verenigde Staten
D
Haïti

Slide 5 - Quiz

Welk land schafte als eerste slavenhandel af?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Verenigde Staten
D
Haïti

Slide 6 - Quiz

Vraag 1
1a. Leg uit welk begrip past bij de bron.

1b. Welk kenmerk van de Verlichting
herken je in de bron? 

Doe dit zo:
Kenmerk … want op de bron lees/zie ik … 
Bron 1

Slide 7 - Diapositive

Vraag 2
2. Welk kenmerk van de Verlichting past bij de gebeurtenis op de bron? 

Doe dit zo:
Kenmerk … want op de bron 
lees/zie ik … 
Bron 2: afbeelding van de Afrikaanse slavenhandel. 

Slide 8 - Diapositive

Vraag 3
3. Welk kenmerk van de Verlichting herken je in de bron? 

Doe dit zo:
Kenmerk … want op de bron 
lees/zie ik … 

Bron 3: ‘Founding Fathers’ dragen onafhankelijkheidsverklaring over aan Britse gouverneurs, 1776. Hiermee werd Noord-Amerika onafhankelijk van Engeland. 

Slide 9 - Diapositive

Vraag 4: Leg uit aan de hand van de twee bronelementen welke kenmerken van de verlichting je kunt herkennen in de onderstaande bron. 

 Doe dit zo: kenmerk van de verlichting … want in de bron lees ik … 

Nederlandse vertaling van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring:
Unanieme verklaring van de dertien Verenigde Staten van Amerika

[...] Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk.

      Dat, teneinde deze rechten te garanderen, regeringen onder de mensen worden ingesteld, die hun rechtmatige bevoegdheden ontlenen aan de instemming der geregeerden; dat, telkens wanneer enige regeringsvorm met deze doeleinden in strijd komt, het volk het recht heeft hem te veranderen of teniet te doen en een nieuwe regering in te stellen, haar grondslag vestigend op beginselen en haar bevoegdheden organiserend in een vorm die hun het meest geschikt lijken om hun veiligheid en hun geluk te bewerkstelligen. [...]



Slide 10 - Diapositive

Vraag 5
5a. Geef een omschrijving van the Bill of rights.

5b. Geef voor 2 van de striptekeningen aan bij welk kenmerk van de Verlichting deze past. 

Doe dit zo: Nummer .. past
bij de verlichting want .. 

Slide 11 - Diapositive

Vraag 6
Zet in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. 

A. Napoleon pleegt staatsgreep
B. Engeland koloniseert Noord-Amerika 
C. Engeland schaft slavernij af
D. Founding Fathers schrijven onafhankelijkheidsverklaring
E. Woedende Parijzenaren bestormen de Bastille 



Slide 12 - Diapositive

Vraag 7
Oorzaak
Gevolg
A. Napoleon grijpt de macht 
1. Haïti wordt onafhankelijk
B. Amerikanen beginnen oorlog tegen de Engelsen.
2. Verspreiding van kennis via boeken zoals de encyclopedie. 
C. Opkomst verlichte denkers zoals Diderot. 
3. Einde Franse Republiek 

D. Verlichte denkers zoals Locke vinden dat alle mensen gelijk geschapen zijn.
4. Engeland erkent onafhankelijkheid van de Verenigde Staten. 
Combineer oorzaken en gevolgen. Noteer letters en cijfers.   

Slide 13 - Diapositive

Vraag 8
Koppel de uitspraken aan het juiste kenmerk van de verlichting. 

Uitspraak 1: Een vorst dient te zorgen voor zijn onderdanen 
Uitspraak 2: Ieder mens is gelijkwaardig 
Uitspraak 3: Geen mens heeft het recht een ander tot slaaf te maken
Uitspraak 4: Om onwetendheid te bestrijden dient kennis geordend te 
                worden en openbaar te zijn voor het publiek. 
Uitspraak 5: God heeft de wereld geschapen, maar bemoeit zich er verder niet mee. 

Slide 14 - Diapositive

Vraag 9
Een revolutie is een ingrijpende (snelle) verandering. Noteer voor de onderstaande veranderingen bij welke revolutie deze past. 

1. Bestuursvorm verandert van monarchie naar republiek.
2. Land verkrijgt onafhankelijkheid. 
3. Voormalig bestuurder terechtgesteld en geëxecuteerd. 
4. Bestuur is decentraal georganiseerd, de macht ligt bij lokale staten. 

Slide 15 - Diapositive

Vraag 10
Geef voor de onderstaande figuren aan wat hun rol was tijdens de Franse Revolutie. 
Doe dit zo: '(naam persoon)' was belangrijk voor de revolutie want … 

Lodewijk XVI 
Napoleon
Robespierre

Slide 16 - Diapositive

Vraag 11
12a. Welke twee landen veranderden sinds de revolutie van een monarchie in een republiek? 

12b. Leg uit welk land maar tijdelijk een republiek bleef. 

Slide 17 - Diapositive

Vraag 12
Koppel de bronnen aan de juiste revolutie: noteer bron cijfer en revolutie 
1
2
3
4
5
6

Slide 18 - Diapositive

Einde oefentoets!
Controleer je antwoorden voordat je begint met nakijken.

Slide 19 - Diapositive

Antwoorden 1/3
1a. standenmaatschappij
1b. mensenrechten want de verlichte denkers waren voorstanders van gelijkheid; iets wat ontbreekt in de standensamenleving 

2. mensenrechten want op de bron zie je slavernij, de verlichting was tegen slavernij omdat zij vonden dat iedereen gelijk was.

3. politiek want op de bron zie je dat de onafhankelijkheidsverklaring wordt gegeven aan de Engelsen waarmee de Amerikanen aangeven dat zij niet langer onderdeel willen uitmaken van Engeland. Dit omdat de koning in de ogen van de Amerikanen niet goed voor zijn onderdanen zorgde. 

4. kenmerk mensenrechten want in de bron lees je ‘alle mensen zijn als gelijken’ OOK politiek want in de bron staat dat de regeringen de taak hebben goed voor de onderdanen te zorgen en wanneer deze dit niet doen het volk het echt heeft de regering te veranderen of een nieuwe in te stellen. 



Slide 20 - Diapositive

Antwoorden 2/3
5a. Bill of Rights is de Amerikaanse grondwet waarin de rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd.
5b. bijvoorbeeld; 
1 past bij mensenrechten want het gaat om burgerlijke vrijheden die voor elke burger gelden 
9 past bij mensenrechten; rechten die elke burger heeft 
10 past bij kenmerk politiek want het gaat over de scheiding der machten (trias politica). 

6. B - D - E - C - A 

7. a3 - b4 - c2 - d1 

8. 1. politiek 2. mensenrechten 3. mensenrechten 4. kennis 5. godsdienst. 

9. FRA - VS  - FRA - VS 


Slide 21 - Diapositive

Antwoorden 3/3
10. Lodewijk XVI = zijn uitgaven zorgen voor het uitbreken van de revolutie
Napoleon = maakt een eind aan de revolutie
Robespierre = radicale revolutionair, nieuwe fase/extreme fase.

11a. VS + Frankrijk
11b. Frankrijk werd na de staatsgreep van Napoleon een keizerrijk, dus een monarchie.

12. 1 = Amerikaans 2 = Amerikaans 3 = Frans 4 = Amerikaans 5 = Frans 6= Frans 

Slide 22 - Diapositive