2ha Lezen H1 deel 2 (donderdag 24 nov)

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek
    (blz. 12-13) en schrift.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek
    (blz. 12-13) en schrift.

Slide 1 - Diapositive

1. De planning tot aan de toetsweek doornemen.
2. Het huiswerk kort bespreken.
3. De uitleg van Lezen H1 herhalen. 
4. Lezen H1 afmaken en bespreken (opdr. 4, 5 en 6).

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Diapositive

  • Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
  • Je kunt kernzinnen herkennen.
  • Je kunt een korte tekst samenvatten.
Lesdoelen

Slide 3 - Diapositive

Waar gaat het volgende proefwerk over?

Slide 4 - Diapositive

Planning tot aan
de toestweek
  • Elke twee lessen een een hoofdstuk van Lezen.
  • Om de les huiswerk.
  • Ben je een keer ziek of afwezig? Dan weet je wat we in die les hebben gedaan. 

Slide 5 - Diapositive


De belangrijkste informatie in een tekst noemen we hoofdzaken. Wat minder belangrijk is, zijn de bijzaken

De hoofdzaken van een tekst vind je vaak op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding of het slot van een tekst.

Lezen H1
hoofd- en bijzaken

Slide 6 - Diapositive

De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin. Deze staat meestal in de eerste of laatste zin van een alinea. 


De kernzin is ook weleens de tweede zin. Dit gebeurt vooral als de eerste zin in verband staat met de vorige alinea. 
Lezen H1
hoofd- en bijzaken

Slide 7 - Diapositive

''Als jij een tekst moet onthouden, kun je de hoofdzaken in een schema zetten of een samenvatting maken.''

Lezen H1
hoofd- en bijzaken

Slide 8 - Diapositive

Een schema van
een tekst maken
  • Lees de tekst goed door.
    1. Onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen (inleiding en slot) en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
    2. Noteer de belangrijkste informatie uit de tekst. Gebruik nummers (1, 2, 3), dots of streepjes. 

Slide 9 - Diapositive

Een samenvatting van
een tekst maken
  • Lees de tekst goed door.
    1. Onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen (inleiding en slot) en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
    2. Neem de kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangende tekst van en gebruik signaalwoorden. 

Slide 10 - Diapositive

Het huiswerk
Lezen H1
Opdracht 1, 2 en 3


Slide 11 - Diapositive

__________________________
_____________________________
___________________
_____________________________
___________________
_______________________
______________________________
______

Slide 12 - Diapositive

De hoofdzaak van de alinea is: 
Op een eilandje tussen Nieuw-Zeeland en de Zuidpool is een flesje gevonden dat twee jaar geleden bij het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika in zee was gegooid. 
Lezen H1
Opdracht 2 en 3
______________________________________

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 4, 5 en 6

timer
10:00
Deze opdrachten gaan we aan het einde van de les bespreken.
Opdracht 4: Vergelijking en betrouwbaarheid van de tekst.
Opdracht 5: Onderwerp, hoofd- en bijzaken. Een schema of samenvatting maken van de tekst. 
Opdracht 6: Tekstverbanden

Slide 15 - Diapositive

Met welke manier van lezen vind je ook alweer het onderwerp van een tekst?
A
Precies lezen
B
Oriënterend lezen
C
Nauwkeurig lezen
D
Begrijpend lezen

Slide 16 - Quiz

Waar let je op als je een tekst oriënterend leest?

Slide 17 - Question ouverte

Op welke vraag geef je antwoord als je het onderwerp van een tekst moet bepalen?
A
Waar gaat de tekst over?
B
Hoe veel woorden staan in de tekst?
C
Wat is de belangrijkste zin van de tekst?
D
Hoe veel woorden staan in de tekst?

Slide 18 - Quiz

Inleiding
Middenstuk
Slot
Dit tekstdeel is het grootste deel van een tekst.
In dit deel van de tekst wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst.
Dit is het laatste tekstdeel van een tekst.
In dit deel van de tekst wordt duidelijk gemaakt waar de tekst over gaat.
In dit tekstdeel vind je bijvoorbeeld een conclusie of een korte samenvatting. 
Dit tekstdeel is vaak verdeeld in deelonderwerpen (bijzaken). 

Slide 19 - Question de remorquage

  • Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
  • Je kunt kernzinnen herkennen.
  • Je kunt een korte tekst samenvatten.
Lesdoelen

Slide 20 - Diapositive