Eco - Leerjaar 1 - Paragraaf 1.1 Wat wil je kopen? (rekenen)

Paragraaf 1.1 Wat wil je kopen? (rekenen)
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.1 Wat wil je kopen? (rekenen)
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een dienst en goederen?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is consumeren?
A
zelf producten maken
B
Het kopen van producten
C
Het verkopen van producten
D
Het werken voor een baas

Slide 3 - Quiz

Wat heb je nodig om goederen of diensten te kopen?

Slide 4 - Question ouverte

1. Je weet hoe je geldbedragen moet noteren in berekeningen.

2. Jij kan zelfstandig het gemiddelde berekenen.
De lesdoelen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 5 - Diapositive

  • Een geldbedrag noteer je op 2 DECIMALEN.
  • Tussen de hele en de decimalen staat een komma.
  • Er staat altijd een euroteken voor.
Hoe noteer je geld bedragen?
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 6 - Diapositive

  • Schrijf de volgende bedragen op in cijfers.

  • Drie euro en zeventig cent.
  • veertien euro en twintig cent.
  • drieentwintig euro
Hoe noteer je geld bedragen?
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

1. Je weet hoe je geldbedragen moet noteren in berekeningen.

2. Jij kan zelfstandig het gemiddelde berekenen.
De lesdoelen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 8 - Diapositive

  • Het gemiddelde is de gemiddelde prijs van meerdere producten.
     
  • Gemiddelde = totaalprijs : aantal producten
Het gemiddelde
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 9 - Diapositive

  • Je koopt 5 stoelen voor €100.
    Totaalprijs = €100
    Aantal producten = 5

  • €100 : 5 = €20 
Bijvoorbeeld....
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 10 - Diapositive

  • Jij koopt 2 flessen cola voor €1,68 per fles en 1 fles Fanta voor €1,50.

  • Wat is de totaalprijs?
  • Hoeveel producten koop je? 
Bijvoorbeeld....
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 11 - Diapositive

Jij koopt 2 flessen cola voor €1,68 per fles en 1 fles Fanta voor €1,50.

Wat is de totaalprijs?
Hoeveel producten koop je?

Slide 12 - Question ouverte

  • Totaalprijs = 
    Cola is €1,68 x 2 = €3,36 / Fanta is €1,50
    Dus totaal = €3,36 + €1,50 = €4,86.

    Totaal aantal producten = 2 flessen cola + 1 fles Fanta = 3 flessen.

    Gemiddelde = €4,86 : 3 = €1,62 per fles  
Bijvoorbeeld....
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 13 - Diapositive

Joepje koopt 2 salamanders voor €12,50 en 1 olifant €1500 daarnaast koopt hij een slang voor €300.


Wat is de totale prijs?
Hoeveel producten koop je?
En bereken de gemiddelde prijs.
Bijvoorbeeld....
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 14 - Diapositive

Joepje koopt 2 salamanders voor €12,50 en 1 olifant €1500 daarnaast koopt hij een slang voor €300.


Wat is de totale prijs?
Hoeveel producten koop je?
En bereken de gemiddelde prijs.

Slide 15 - Question ouverte

Opdrachten:

Blauwe boek (kader / TL): Opdracht 7, 8, 14 en 15

Oranje boek (basis): Opdracht 7 t/m 9 + 14 en 15

Aan de slag
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 16 - Diapositive