3.6 Het water

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

BS 6: Het water

Leerdoelen

* Je weet wat bedoeld wordt met oppervlaktewater  en 

   grondwater.

* Je weet wat bedoeld wordt met het zelfreinigend vermogen 

   van water.

* Je weet wat vermesting is.

* Je weet wat waterbloei is.

* Je weet op welke manieren watervervuiling kan optreden.

* Je weet hoe een waterzuiveringsinstallatie werkt.

Het water

Oppervlaktewater:

• Water in rivieren, kanalen, sloten, meren en de zeeën. Dus al het zichtbare water 

Grondwater:

• Water dat zich in de grond bevindt

Zelfreinigend vermogen

Water is in staat zichzelf te reinigen van 

organische stoffen (planten en dierenresten)

• Organisch afval in water --> reducenten breken het af
• Reducenten gebruiken zuurstof.
• Bij de afbraak komen koolstofdioxide en mineralen vrij.
• Planten kunnen dit weer opnemen voor fotosynthese.

Vermesting

Overschot aan mineralen uit mest in de grond, gaat naar grondwater, komt in natuurgebieden en oppervlaktewater

gevolgen: 

in natuurgebieden zal ene plant beter groeien en gaan woekeren, andere verdwijnen want kunnen niet goed tegen mest, daarmee verdwijnen ook diersoorten

plaatje: heide maakt plaats voor hoog gras

in oppervlakte water ontstaat waterbloei: algen groeien snel waardoor sloot of plas dichtgroeit, sterven na een tijd, afgebroken door bacteriën waardoor zuurstoftekort ontstaat -> alle dieren gaan dood

Gevolg van overbemesting = waterbloei

Watervervuiling

accumulatie

Plastic soep

Waterzuivering

(riool)Waterzuivering 

HUISWERK

Bestudeer 3.6 en 

maak opdracht 44 t/m 48