Romeinen, joden en christenen

Romeinen, joden en christen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Romeinen, joden en christen

Slide 1 - Diapositive

Joden
  • Jodendom komt uit Palestina (Judea)

  • Joden geloven maar in één god (monotheïsme

  • Joden werden vervolgd vanwege hun geloof door Romeinen

  • Joden geloofden in de komst van de messias = vrede en rechtvaardigheid

Slide 2 - Diapositive

Christenen en...
  • Jezus Christus
    - Kwam op voor de zwakkeren  (slaven, vrouwen en armen)
    - God hield van de mensen, integenstelling tot de Romeinse goden
    - Er is een leven na de dood

  • Christenen durfden te sterven voor hun geloof 

Slide 3 - Diapositive

De Romeinen waren polytheïstisch, zij geloofden dus in meerdere goden. Zij hadden er ook geen problemen mee dat andere volken hun eigen goden bleven vereren. Waarom gingen de Romeinen dan toch christenen vervolgen?

Slide 4 - Diapositive

Waarom worden Christenen in het Romeinse rijk vervolgd?
-Het christendom is een monotheistische godsdienst (1 god)
-De Christenen aanvaarden de goden van de Romeinen niet
De macht van de keizer was afgeleid van de Romeinse goden
-De Christenen gingen uit van gelijkheid van de mens, de Romeinen niet
-Christen passen zich niet aan aan de Romeinse samenleving; ze verwachten
snelle terugkeer van Jezus / God op aarde, dus wachten ze op de val van het Romeinse Rijk
-Onbegrip van de Romeinen over het "bloed van Christus" en het "lichaam van Christus".

Slide 5 - Diapositive

...Romeinen
  • Geloofden in meerdere goden (polytheïstisch) 

  • Zagen christenen als asocialen
    - weigerden Romeinse goden te vereren
    - weigerden Romeinse keizer te vereren
    - wachten op messias is wachten op het einde van Romeinse rijk 

  • Christenvervolgingen

Slide 6 - Diapositive

Vis en het  kruis

Christenlijke tekens
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 7 - Diapositive

Wat de Romeinen deden tegen de christenen

Keizer Nero: 
1. verbieden christendom
2. christenen aan het kruis slaan
3. verbranden 
4. voor leeuwen gooien

Slide 8 - Diapositive


Constantijn de Grote

  • Christenen worden eerst vervolgd. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  Hij krijgt een visoen. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...
  • Rellen tussen Christenen en Romeinen;
  • Godsdienstvrijheid 
Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 9 - Diapositive

Christendom als staatsgodsdienst 
  • Veel aanhang bij gewone mensen, later ook bij rijke mensen
    - Bouw van kerken
    - Armenzorg

  • 313 Tolerantie-edict: verbod op Christendom wordt opgeheven door keizer Constantijn

  • 391 Christendom wordt staatsgodsdienst
    Theodosius I maakt christendom tot staatsgodsdienst

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Belangrijke begrippen, ontwikkelingen en jaartallen

  •  Monotheïsme 
  •  Polytheïsme
  • Christenvervolgingen
  • 313 Tolerantie-edict (vrijheid van godsdienst)
  • 391 Christendom wordt staatsgodsdienst

Slide 12 - Diapositive

aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4.7 onder B 

Slide 13 - Diapositive

De opdracht
Leg de gebeurtenissen op goede volgorde
- In tweetallen
- Noteer de gebeurtenissen op de juiste volgorde
- Samen nakijken

Ben je klaar? Ga verder met
(1HV) WB p. 71. Opdracht: 2, 3, 6 en 8
(1V)  WB p. 73. Opdracht: 3, 6, 7, 8 en 9 

Slide 14 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe het christendom een staatsgodsdienst werd

Slide 15 - Diapositive

Hoe kon het christendom uitgroeien tot een staatsgodsdienst?

Slide 16 - Question ouverte