M@VO 1 TH6 BS 4 Ogen

Wat gaan we leren vandaag?
- Je kunt de delen van het oog benoemen.
- Je kunt de werking van het oog uitleggen. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we leren vandaag?
- Je kunt de delen van het oog benoemen.
- Je kunt de werking van het oog uitleggen. 

Slide 1 - Diapositive

Les 5: ogen

Slide 2 - Diapositive

In de afbeelding is een doorsnede van een oor schematisch getekend.
Hoe heet deel 2?

Slide 3 - Question ouverte

Drie delen van een oor zijn: gehoorbeentjes, slakkenhuis en trommelvlies.

In welke volgorde worden geluidstrillingen door deze delen doorgegeven?
A
gehoorbeentjes - slakkenhuis - trommelvlies
B
slakkenhuis - gehoorbeentjes -trommelvlies
C
trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
D
trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes

Slide 4 - Quiz

In de afbeelding is een doorsnede van een oor schematisch getekend.
Welk nummer geeft de oorzenuw aan?

Slide 5 - Question ouverte

Ogen


De ogen liggen goed beschermd in de oogkassen.

Slide 6 - Diapositive

De buitenkant van een oog
In beide afbeeldingen zie de buitenkant van een oog. De wenkbrauwen zorgen ervoor dat zweet of ander vocht niet in je ogen loopt. De wimpers beschermen de ogen tegen vuil en te fel licht.
Het harde oogvlies is het witte gedeelte van je oog. Het gekleurde gedeelte van het oog heet iris. Het zwarte rondje in de iris is de pupil. De pupil is een opening in de iris. Over de iris en de pupil ligt het hoornvlies. Het hoornvlies is doorzichtig.
Onder de huid boven de ogen liggen traanklieren. Deze klieren maken traanvocht. Als je knippert, verspreiden de oogleden het traanvocht over de ogen. Traanvocht zorgt ervoor dat de ogen niet uitdrogen. Ook spoelt het kleine stofjes weg. Het traanvocht wordt afgevoerd naar de neusholte via de traanbuis.

Slide 7 - Diapositive

De binnenkant van een oog
Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast (zie afbeelding). De oogspieren draaien de ogen in de richting waarin je kijkt.


Slide 8 - Diapositive

De binnenkant van het oog
In de afbeelding is de doorsnede van een oog getekend. De oogbol is voor het grootste deel gevuld met een soort gelei: het glasachtig lichaam. Achter de iris en de pupil bevindt zich de lens. De lens zorgt ervoor dat je scherp kunt zien.
De wand van een oog bestaat uit drie lagen: harde oogvlies, vaatvlies en netvlies.
De buitenste laag is het harde oogvlies. De middelste laag is het vaatvlies. Deze laag bevat veel bloedvaten. De binnenste laag is het netvlies. Hierin liggen de zintuigcellen. In de 
zintuigcellen ontstaan impulsen. Deze impulsen gaan via
de oogzenuw naar de hersenen. In het netvlies, recht 
tegenover de pupil, ligt de gele vlek. Met de zintuigcellen 
in de gele vlek kun je het scherpst zien. Als je naar iets 
kijkt, komen de lichtstralen vooral op de gele vlek. De 
plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, 
heet blinde vlek. In de blinde vlek liggen geen 
zintuigcellen.


Slide 9 - Diapositive

Je ogen krijgen bescherming door:
A
Oogleden en wenkbrauwen
B
Oogleden met wimpers
C
Wenkbrauwen
D
Wenkbrauwen, oogleden met wimpers

Slide 10 - Quiz

De traanklieren liggen onder de ogen
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Bibi heeft blauwe ogen.
Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?

A
De iris.
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies

Slide 12 - Quiz

Je ooglid met __________ beschermen het oog tegen vuil.
A
wenkbrauw
B
wimpers
C
traanklier
D
traanbuis

Slide 13 - Quiz

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
netvlies

Slide 14 - Quiz


Welk deel van het oog verspreidt het traanvocht over de oogbol?
A
traanklier
B
Traanbuisje
C
wimper
D
ooglid

Slide 15 - Quiz

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo