Woordsoorten - laatste les voor so

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek

* maken oefentoets

* (af)maken hulpkaart 

* oefenen met woordsoorten

Lesdoel

Aan het einde van les weet je:

• hoe je je kan voorbereiden op de so woordsoorten.
• welke woordsoorten je nog moeilijk vindt.

Oefen-so

We maken de oefen-so  individueel. 

Markeer welke vragen je (nog) niet makkelijk kon beantwoorden.

Klaar met de oefen-so?

* Haal het antwoordmodel op en kijk je antwoorden zorgvuldig (!) na.

* Welke woordsoorten ken je nog niet voldoende? -> 

- maak de extra oefeningen in je werkboekje;

- werk de hulpkaart woordsoorten uit  

- maak de opdrachten van De Brug.

Zijn de voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend?

nevenschikkende voegwoorden

onderschikkende voegwoorden

en

terwijl

maar

doordat

dus

als

toen

want

hoewel

omdat

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

werkwoord

Voegwoord

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

De

gekke

tante

is

in

de

tuin.

Welke woordsoort is dit?
deze , die, dat, dit

1. persoonlijk vnw
2. aanwijzend vnw
3. bezittelijk vnw
4. bijvoeglijk naamwoord

Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.

_________

1. zelfstandig werkwoord (zww)
2. bijvoeglijk naamwoord (bn)
3. zelfstandig naamwoord (zn)
4. voorzetsel (vz)

Benoem de woordsoorten:

Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' =

1. zn
2. hww
3. bn
4. lw

Hoeveel fouten had je bij de oefen-so?

Ik weet wat ik nog moet leren voor de so, dus ik weet welke woordsoorten ik makkelijk of moeilijk kan herkennen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

-210