week 38 Lidwoorden (bepaald en onbepaald)

Bienvenue!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue!

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les;

Je kent de Franse lidwoorden,  en weet het verschil tussen bepaald/onbepaald

Slide 2 - Diapositive

Welke lidwoorden ken je
in het Nederlands?

Slide 3 - Carte mentale

de / het
Wordt vertaald naar het Frans:
Le: mannelijke woorden
La: vrouwelijke woorden
L': klinkerbotsing; met a,e,,o,u,i,h
Les: meervoud
Dit zijn de bepaalde lidwoorden

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden
De broer = le frère
De zus = la soeur
Het hotel = l'hôtel
De boeken = les livres

Slide 5 - Diapositive

Mannelijk
–ement: vêtement
–ier: courrier
–k: tank
–lon: papillon
–oir: miroir
–ron: citron
–sme: capitalisme
Vrouwelijk
–ade: salade;
–aison: maison
–sion: télévision


wat valt je op?

Slide 6 - Diapositive

een=
Un: mannelijk
Une: vrouwelijk
Des: meervoud

Dit zijn de onbepaalde lidwoorden

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden
Een boek = un livre
Een meisje = une fille
Frietjes = des frites
In het Frans moet er altijd een lidwoord voor!

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn de bepaalde lidwoorden?
A
Le & La
B
Un, Une & Des
C
Le, La, Un & Une
D
Le, La, L' & Les

Slide 9 - Quiz

Kunnen we in het Frans zien aan het woord welk geslacht het is?
A
Nee, dat kan je nooit zien
B
Soms wel, maar er zijn uitzonderingen
C
Je kan dit altijd aan het woord zien
D
Je kan alleen zien of het een klinkerbotsing of meervoud is

Slide 10 - Quiz

Welk onbepaald lidwoord zouden we invullen voor 'boeken'
A
Les
B
Le
C
Des
D
Un

Slide 11 - Quiz

Welke lidwoorden kunnen we invullen voor 'frère'
A
Le & Un
B
Le, Un & Les
C
La & L'
D
Le & Des

Slide 12 - Quiz

... rue
... tarte
... quartier
... fille
... garçon
... T-shirt

... monsieur
... cinéma
... salle de concert
... classe
... ami
... pays
Opdracht: werk in tweetallen. Vul le/la/l' of les in. Als je klaar bent controleer je op internet of je woordjes mannelijk of vrouwelijk zijn (m/f). Beide klaar? Lees je rijtje voor aan je buurman/buurvrouw. Deze noteert de antwoorden die jij hebt gevonden. Let op je uitspraak!

Slide 13 - Diapositive

Kan iemand een samenvatting geven?
Zijn er nog vragen over dit onderwerp?

Slide 14 - Diapositive

oefen verder met de lidwoorden
Maak exercices 16 A t/m D

Slide 15 - Diapositive