Week 48 3TL Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Les 29 november

Ga op je plaats zitten

Pak je spullen

In stilte werken tot 11.10

• maken opdrachten werkblad

Programm

Rückblick

Wiederholung schwache Verben

Rückblick

• Was machten wir letztes Mal?

Gemiddelde van toets 5,6

Reden?

• niet geleerd
• te weinig doen in de les
• niet oefenen
• geen vragen stellen?

met compensatiepunten is er wel een 10 gescoord!

Sprechen

Prüfung am Freitag den 6. Dezember

Restaurant ''Klassenzimmer''

Die Verben: das schwache Verb

Das schwache Verb

Maak aantekeningen:

• in je schrift
• laatste pagina van je boek
• je maakt aantekeningen bij de uitleg
• je schrijft bijvoorbeeld schema's over
• je hoeft niet de checkvragen op te schrijven

Dit moet je goed onthouden = je hele leven belangrijk

Stam

Als eerste stam zoeken

Hoe doe je dit?

werkwoord -en 

wohnen ->wohn

lachen -> lach

machen-> mach

Stam

• Met alleen de stam kan je niets
• Je moet er iets achter plakken
• Anders heeft het geen betekenis

Ezelsbruggetje

 FEESTTENTEN

Waarom ?

Wie weet het?

Maar wil je nou (fe)estenten goed toepassen??

Dan heb je IDEWIS nodig!

Dus...

Stam

i

d

e

w

i

s

e

st

t

en

t

en

Stam =

ww=

Uitzondering einde op -s-klank

Stam

i

d

e

w

i

s

e

t

t

en

t

en

Stam =

ww=

Welche Form ist richtig?

1. du machst
2. du macht
3. du mache
4. du machen

Welche Form ist richtig?

1. er machst
2. er macht
3. er mache
4. er machen

Welche Form ist richtig?

1. ihr machst
2. ihr macht
3. ihr mache
4. ihr machen

Welche Formen sind richtig?

1. sie wohnst
2. sie wohnt
3. sie wohne
4. sie wohnen

Welche Form ist richtig?

1. wir machst
2. wir macht
3. wir mache
4. wir machen

Welche Form ist richtig?

1. ich machst
2. ich macht
3. ich mache
4. ich machen

Welche Form ist richtig?

1. ihr wohne
2. ihr wohnt
3. ihr wohnst
4. ihr wohnen

Arbeitsblatt

Mache alle Aufgaben auf dem Arbeitsblatt