Ontremd gedrag

NAH
Les 4
Ontremd gedrag
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

NAH
Les 4
Ontremd gedrag

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Na deze les weet je wat ontremd gedrag inhoudt.
- Na deze les ken je minimaal één methodiek voor gedragsbeïnvloeding. 
- Na deze les weet je wat een signaleringsplan is, kan je dit opstellen en kan je beschrijven hoe je dit kan toepassen bij een cliënt.

Slide 2 - Diapositive

Wat weten jullie nog over het onderwerp mantelzorgers ?

Slide 3 - Carte mentale

Veranderd gedrag
- Veranderd gedrag wordt als problematisch ervaren
- Stemmingswisselingen leiden vaak tot emotionele uitbarstingen
- Uitbarstingen komen voort uit frustraties uit beide zijden
- Ook als professional loop je tegen probleemgedrag aan
- Inadequaat gedrag (lastig of onaangepast gedrag)

Slide 4 - Diapositive

Reacties van mensen met NAH en naast betrokkenen
"Als ik 's morgens het huishouden heb gedaan, ben ik leeg. Dan wil ik geen onverwachts bezoek, want dan voelt het als of mijn hoofd uit elkaar springt".

"Mijn partner was eerst heel prikkelbaar, maar is veel rustiger geworden sinds de hele dag is uitgestippeld met vaste tijden voor eten, rusten, enz. We lopen vaak wat in het bos bij ons achter en hij werkt wat in de tuin. Zijn sociale contacten zijn wel minimaal, maar hij vindt het niet erg".


Slide 5 - Diapositive

Prikkelbaarheid
- bekende reactie op stress
- bij NAH voortdurende bron van stress
- zorgt voor opstoppingen in het hoofd
- gevolg is dat de stemming snel kan wisselen 

Slide 6 - Diapositive

Hoe kun je de prikkelbaarheid verminderen?

Slide 7 - Question ouverte

Verminderen van prikkelbaarheid
- zorg voor een rustpauze na een activiteit
- verminder het aantal prikkels / prikkelarme omgeving
- houdt rekening met vermoeidheid

Slide 8 - Diapositive

Sociaal ongepast gedrag

Slide 9 - Carte mentale

Hoe kun je sociaal-ongepast gedrag verminderen?

Slide 10 - Question ouverte

Ontremd gedrag

Slide 11 - Carte mentale

Soorten ontremming
- Motorische ontremming (rusteloos heen en weer lopen)
- Emotionele ontremming (meteen heel erg boos of verdrietig)
- Verbale ontremming (hak op de tak springen, delen van privé dingen)
- Ontremd eetgedrag (geen controle van eet/drink gedrag)
- Seksuele ontremming (handtastelijk of verbaal opdringerig)
- Financiële ontremming (geld uitgeven als water)
Dwang lachen en dwang huilen (lege emotie)

Slide 12 - Diapositive

Bij een verbale ontremming
A
maakt iemand tot niet stoppen met schelden.
B
maakt iemand tot een niet te stoppen prater.
C
maakt iemand die onrustig is.
D
maakt iemand die niet kan stoppen met lachen.

Slide 13 - Quiz

Soms wordt er medicatie voorgeschreven om ontremming te verminderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Hoe reageer je duidelijk en adequaat op ontremd gedrag?
A
Goed duidelijk maken dat dit gedrag niet gewenst is
B
Rustig, duidelijke afspraken, structuur en eventueel therapie
C
Het gedrag negeren
D
Cliënt apart zetten of op zijn eigen kamer

Slide 15 - Quiz

Hoe kun je ontremd gedrag verminderen?
- impulsief gedrag in te tomen (bieden van structuur en prikkels beperken)
- rustig op het gedrag te reageren (stapsgewijs uitleggen wat iemand doet en wat de consequenties daarvan zijn)
- afspraken maken met degene met NAH
- non-verbaal "ingrijpen" (een kalmerend handgebaar maken)
- tekens of signalen afspreken voor situaties (hand opsteken)

Slide 16 - Diapositive

Hebben jullie al eens ontremd gedrag meegemaakt en zo ja, hoe ging dit?

Slide 17 - Question ouverte

Je kunt als begeleider bij ontremd gedrag de omgeving en prikkels beperken zodat je ... dit noemen we?
A
Overcorrectie
B
Impulsief gedrag intomen
C
Shaping
D
Negeren

Slide 18 - Quiz

Gedragsmodificatie

Slide 19 - Carte mentale

Gedragsmodificatie
Als iemand met NAH storend of moeilijk hanteerbaar gedrag vertoont, zijn er mogelijkheden om het gedrag in positieve zin te beïnvloeden. Hierin kijk je naar het verbeteren van het gedrag en aanleren van nieuwe vaardigheden.
Doelen:
- afname van ongewenst gedrag
- toename van gewenst gedrag

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wat vraagt gedragsmodificatie van de professional? 
Je reactie moet:
- betekenisvol zijn (dan zal iemand met NAH je reactie eerder serieus nemen)
- onmiddellijk na het vertoonde gedrag gegeven worden
- duidelijk maken wat gewenst en niet gewenst is
- regelmatig gegeven worden zodat hij ingeslepen wordt
- consequent door alle betrokkenen gegeven worden

Slide 22 - Diapositive

Technieken om ongewenst gedrag te laten afnemen


- Negeren (gedrag negeren)
- Time-out (af laten koelen - time out geven)
- Overcorrectie (cliënt met het gedrag op zijn omgeving goed maken door iets extra's te doen voor andere cliënten)

Slide 23 - Diapositive

Technieken om gewenst te laten toenemen
- Token-economysysteem (beloningsysteem-spaarkaart)
- Modeling (begeleider doet het voor)
- Shaping (ontspanning kan bekrachtend werken)
- (Bio)feedback (door signalen/licht aangeven dat er iets niet goed gaat)

Slide 24 - Diapositive

Welke begeleidingstechnieken passen bij jou?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is een signaleringsplan?

Slide 26 - Question ouverte

Signaleringsplan
- Een plan waarbij signalen van veranderd gedrag in kaart worden gebracht
- Begeleider van cliënt stelt het plan op samen met de cliënt (ook naastbetrokkenen)

Slide 27 - Diapositive

Signaleringsplan 3 fasen
- Groene fase: cliënt voelt zich stabiel
- Oranje fase: er heerst twijfel en onrust. Dit is de fase van beginnende terugval en verdere ontregeling. Je merkt dat iemand sneller geïrriteerd raakt. Je probeert iemand stabiel te houden en het liefst terug te brengen naar de groene fase
- Rode fase: crisisfase. De cliënt vertoont erg ontremd gedrag

Slide 28 - Diapositive

Voorbeeld signaleringsplan

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Opdracht:
Maak opdracht 15, 16, 17, 18 en 19 pag. 54-58 in je boek (mag individueel of in tweetallen)

Ga daarna deelopdracht 4 voorbereiden (uitleg)
Opdracht 16 pag. 83 in je boek

Slide 31 - Diapositive