De vergrotende trap en herhaling chapitre 5

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

De laatste les ...

Deze les: 

nieuw: vergelijkingen

herhaling: delend lidwoord

herhaling: venir

De vergrotende trap 3V

Vergrotende trap

• Zet plus voor het bijvoeglijk naamwoord.
• Obélix  est plus grand. 
  
  
• Pas het bijvoeglijk naamwoord wel aan wanneer dit moet!
•  La fille est plus grande. 

Vergrotende trap

• De vegrotende trap van goed, lekker is onregelmatig:
• bon (=goed, lekker), meilleur =(beter, lekkerder)
  
  
• Le  dessert est meilleur.
•  Léa est meilleure. 
  

Vergrotende trap

• In vergelijkingen gebruik je plus...que.
• que betekent dan of als. 
  
  
•  Le lion est plus grand que le chat.
•  Léa est meilleure que Luc.
•  Le film est plus intéressant que le livre. 
• Luc est plus petit qu'Anne

Vergrotende trap

• Jules (v.) est aussi gentille que Léa.
• Jules is net zo (even) aardig als Léa.
  
  
• Jules (v.) est moins gentille que Léa.
  
• Jules is minder aardig dan Léa.

Maak de vergrotende trap.
Cette fille est ___ (kleiner). petit

Maak de vergrotende trap.
Ce jean est ___ (moderner). modern

Maak de vergrotende trap.
Cette maison est ___ (minder wit). blanc

Het delend lidwoord

HET DELEND LIDWOORD

Uitleg video

Bonjour!

Ik kan het delend lidwoord

herkennen en gebruiken 

Welke delende lidwoorden ken je?

Het delend lidwoord bestaat niet in het Nederlands

In het Nederlands zeggen we: Ik koop broeken

In het Frans:                                      J'achète des pantalons

Het delend lidwoord 

In het Nederlands géén lidwoord = in het Frans een delend lidwoord. 

BV: Zij eet salade  - Elle mange de la salade. 

Vormen delend lidwoord: 

mannelijk:                   DU

vrouwelijk:                  DE LA

klinker/stomme h:   DE L'

meervoud:                  DES

Na een ontkenning:

Na een hoeveelheidswoord:

de/ d´

de

d'

Maar ........

Voorbeelden

1. je ne mange pas de pommes.

2. Je mange beaucoup de pommes.

Vous êtes prêts ?

Nu volgen een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.

Bonne chance !

Tu veux ... coca ?

Kies het juiste delend lidwoord.

1. du
2. de la
3. de
4. le

Non, je ne veux pas ... coca

1. du
2. de la
3. d'
4. de

Wat is de vertaling van 'een kilo sinaasappels'

1. un kilo des oranges
2. un kilo de oranges
3. un kilo d'oranges
4. un kilo les oranges

Vu het juiste lidwoord in.
Elle prend ..... lait.

1. du
2. le
3. de
4. de la

Wat is de vertaling van 'een glas cola'

1. un verre des coca
2. un verre du coca
3. un verre d´ coca
4. un verre de coca

Deux kilos ....... pommes.

1. des
2. de la
3. de
4. du

Vertaal 'ik eet geen vlees'

1. Je ne mange pas du viande.
2. Je ne mange pas des viande.
3. Je ne mange pas de viande.
4. Je ne mange pas d' viande.

Je prends une salade avec ___ poivrons (mv).

1. des
2. de
3. les
4. de la

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.

Je mange ... croissants.

Elle boit ... eau minérale.

Ils achètent ... pain.

Elle n'a pas ... chips.

On a peu ... argent

du

d'

de

des

de l'

Let op!!!

Staat er een vorm van de werkwoorden adorer, préférer, aimer, détester,  in de zin? 

Dan gebruik je : le / la / l' / les

Bijvoorbeeld: J'adore les pommes

Het stappenplan voor het delend lidwoord

Stap 1: Aimer, adorer, préférer, détester? --> le / la/ l´/les

Stap 2: Ontkenning of hoeveelheidswoord? --> de / d'

Stap 3: Delend lidwoord --> du/ de la/ de l´/ des

Kies het juiste lidwoord
Mon père déteste ....... viande (v).

1. le
2. du
3. de
4. la

Vul het juiste lidwoord in.
Tu préfères la viande ou ...... poisson?

1. du
2. le
3. de
4. de la

Maak de vergrotende trap.
Le chocolat est ___ (beter dan) le gâteau. meilleur

Maak de vergrotende trap.
L'espagnol est ___ (moeilijker dan) le français. difficile

DES QUESTIONS ???

DES QUESTIONS???

En nu ....

Venir oefenen: verbuga.eu

Slim Stampen

Vervangende opdracht

Veel succes met de toetsweek!