6.2 Hoeveel belasting betaal je?

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang & mobiel in de telefoontas bij het juiste           
             nummer.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 174 en open je schrift voor een opdracht.



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang & mobiel in de telefoontas bij het juiste           
             nummer.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 174 en open je schrift voor een opdracht.



Slide 1 - Diapositive

Dit gaan we doen deze les

  1. Uitleg paragraaf 6.2 deel 2
  2. Zelfstandig werken aan huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Herhaling leerdoelen 6.1
𑿱 Je kunt uitleggen waarom je loonheffing betaalt.
𑿱 Je kunt uitleggen wat inkomstenbelasting is.
𑿱 Je kunt uitleggen wat belastbaar inkomen, 
    eigenwoningforfait en bijtelling is.
𑿱 Je kunt uitleggen wat aftrekposten zijn.
𑿱 Je kunt het belastbaar inkomen berekenen.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 6.2
𑿱 Je kunt in box 1 met behulp van het schijventarief de 
    belasting berekenen.
𑿱 Je kunt uitleggen wat progressief belastingtarief is.

Slide 4 - Diapositive

Verschillende tarieven

Slide 5 - Diapositive

Stappenplan inkomstenbelasting berekenen met het schijventarief (box 1)

Stap 1: Verdeel het inkomen over de schijven.
Stap 2: Over het inkomen in schijf 1 bereken je het tarief dat 
             daarbij hoort. Zit er inkomen in schijf 2? Bereken  
             hierover het tarief dat erbij hoort.
Stap 3: Je telt de belastingbedragen uit schijf 1 en 2 bij 
             elkaar op.
timer
6:00

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld 
Meyra heeft een belastbaar inkomen van €69.990. Bereken de totale belasting in box 1 die zij moet betalen.


Antwoord
  0,371 × € 68.508 = € 25.416,47 = € 25.416

€ 69.990 – € 68.508 = € 1.482

  0,495 × € 1.482 = € 733,59 = € 733

 € 25.416 + € 733 + = € 26.149

Slide 7 - Diapositive

Betaalt iedereen evenveel?

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 5 op blz. 174-176
Stap 2: Maken 6.2 op blz. 186
Stap 3: Maken 6.2 op blz. 188
timer
10:00
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang & mobiel in de telefoontas bij het juiste           
             nummer.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 176 en open je schrift voor een opdracht.



Slide 10 - Diapositive

Dit gaan we doen deze les

  1. Uitleg paragraaf 6.2 deel 1
  2. Zelfstandig werken aan huiswerk

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen 6.2
𑿱 Je kunt in box 1 met behulp van het schijventarief de 
    belasting berekenen.
𑿱 Je kunt uitleggen wat progressief belastingtarief is.
𑿱 Je kunt de vermogensrendementsheffing in box 3 
    berekenen.
𑿱 Je kunt uitleggen wat de heffingskorting is en de       
    verontschuldigde inkomstenbelasting berekenen.

Slide 12 - Diapositive

Ook je vermogen wordt belast
Vermogen is je bezit in de vorm van spaargeld, beleggingen, enz.
Over je vermogen betaal je belasting in box 3.

Deze belasting heet
  • vermogensrendementsheffing of
  • belasting over het vermogen

Slide 13 - Diapositive

Stappenplan belasting box 3 berekenen
Stap 1:  Je trekt het heffingsvrij vermogen van je vermogen af.
Stap 2: Je berekent het fictief rendement over je belastbaar vermogen.
Stap 3: Je berekent belasting over het fictief rendement

Opgave 6 klassikaal

Slide 14 - Diapositive

Minder belasting voor iedereen
Nadat je de belasting in box 1 en 3 berekend hebt, mag je daarvan de heffingskorting aftrekken. Dat is een korting op de inkomstenbelasting.

Na aftrek van de heffingskorting blijft het bedrag over dat je aan belasting moet betalen.

Er zijn verschillende heffingskortingen, bijvoorbeeld:
  • de algemene heffingskorting (voor iedereen)
  • de arbeidskorting (voor werkenden).



Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 5 t/m 9 op blz. 176-177
Stap 2: Maak opgave 8 & 9 op blz. 192-193
Stap 3: Maken 6.2 op blz. 186
Stap 4: Maken 6.2 op blz. 188
timer
6:00
timer
2:00

Slide 16 - Diapositive