Grammaire essentielle: lidwoorden

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Grammaire Essentielle

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

Exercice A: Vertaal de tussen haakjes geplaatste woorden

IMPORTANT! Noteer de antwoorden steeds als volgt:
 antwoord 1, antwoord 2

ex. Il attend (aan het) entrée (van het) gare.

Réponse: à l', de la

Monsieur et madame Vaillant sont (aan het) fenêtre (van de) salon.

Ils regardent les enfants qui jouent (aan het) entrée (van het) parc.

Ce sont les enfants (van de) voisins.

Dans la rue, un homme demande
(aan de) enfants (het) adresse (van de) famille Vaillant.

Madame Vaillant voit l'auto (van de) homme: c'est une voiture officielle (van de) République Française.

Exercice B: Vul in un, une, le, les, de, d'

Beaucoup de Hollandais ont ____ cheveux blonds.

Ils aiment ____ lait.

Il y a ____ camping ici?

Non, il n'y a pas ____ camping ici.

Ils sont arrivés ____ 15 octobre.

Exercice C: Traduis les phrases

IMPORTANT! Eindig de zinnen altijd met een punt!

Zijn vader is generaal.

Het bureau is aan de ingang van de camping.

Ik houd niet van katten.

Katten hebben groene ogen.

Dokter (docteur) Dumoulin is absent van 15 juli tot 2 augustus.

Wilt u 3 augustus komen?
(gebruik een vraagzin met inversie!)

Ik heb een pen, maar ik heb geen papier.