Herhaling goederenontvangst logistiek

Waar denk je aan bij
Goederenontvangst?
1 / 30
suivant
Slide 1: Carte mentale
LogistiekPraktijkonderwijsLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij
Goederenontvangst?

Slide 1 - Carte mentale

Goederenontvangst

Wat is voorraad?

Hoe lees ik een vrachtbrief?

Hoe lees ik een pakbon?

Hoe gebruik ik een pakbon?

Hoe controleer ik een levering?

Waar gebruik ik verpakkingen voor?

Hoe sla ik goederen op?

Hoe werk ik veilig in een magazijn?

Slide 2 - Diapositive

Lossen
  • De artikelen komen met een vrachtauto bij de winkel.
  • Dit noemen wij een levering.
  • De artikelen in de vrachtwagen heten goederen.

Slide 3 - Diapositive

Pompwagen
Rolcontainer

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Controleren met vrachtbrief.

1 verpakkings-eenheid is 1 collo

2 of meer verpakkings-eenheden zijn colli



Verpakkings-eenheid:

Dozen, emmers, kratten,

bundels, containers

1 doos is 1 Collo
3 dozen zijn 3 Colli

Slide 7 - Diapositive

Uit hoeveel colli bestaat deze levering?
A
6
B
9
C
12
D
18

Slide 8 - Quiz

Tips voor goederenontvangst.
  • Laat je niet opjagen. 
  • Bepaal welke werkzaamheden de hoogste prioriteit hebben.
  • Vergeet  de vrachtbrief niet in ontvangst te nemen en de controle uit te voeren. 
  • Overleg met de chauffeur over de volgorde van ontvangst niet elke chauffeur moet gelijk weg.
  • Vraag om hulp als dat nodig is.
  •  Zorg dat je geen schade veroorzaakt met het lossen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Afzender:

In dit veld staat de afzender van de goederen.
De Afzender in degene die de goederen opstuurt.

Afleveradres:

In dit veld staat het adres waar de goederen geleverd moeten worden.
Dit is vaak het adres van de winkel

In dit veld staat een overzicht van de geleverde goederen.


Ontvangstbewijs:

In dit deel van de vrachtbrief staan nog een keer de afzender en de ontvanger van de goederen. Dit is een bewijs dat de goederen geleverd zijn.

Hier staat het totaal aantal geleverde colli.
Je moet bij levering een Kwantitatieve controle uitvoeren.
Kwantitatief is een ander woord voor aantal.

Slide 11 - Diapositive

3         doos                   Rozen
6         rolcontainer     Potgrond

Tuincentrum Bloemen
Heesterstraat 5, Oldenzaal

Tuinartikelen Groothandel.
Coniferensteeg 28, Wierden

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is een kwantitatieve controle?

Slide 13 - Question ouverte

Controleren met de pakbon

Als de chauffeur weg is kan je controleren of alle goederen geleverd zijn. Daarvoor moet je eerst de goederen sorteren.

Als je gaat sorteren zet je artikelen bij elkaar. Je kan letten op:

- Welke afdeling

- Waar in het magazijn.

- Dezelfde producten.

- Producten die niet te verkopen zijn door beschadiging/bederf

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Flessen inname.

Emballage heeft waarde! Dus ook:

Flessenband.

Pallets, rolcontainers, kledingrekken,

Slide 21 - Diapositive

Retourgoederen: Goederen die verkeerd bezorgd zijn of niet voldoen aan de eisen van de winkelier of klant.
Soms zijn retourgoederen open geweest.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

wat betekent fifo
A
fill in for order
B
first in first out
C
afkorting van filosoof

Slide 24 - Quiz

Wat is onderdeel van een goede planning bij het lossen van goederen
A
checken of er voldoende ruimte is om de binnenkomende goederen te lossen
B
De retourgoederen klaarzetten
C
De transportmiddelen voor het lossen klaarzetten
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quiz

Hoe heet de verpakking waarin goederen vervoerd worden?
A
transportverpakking
B
reisverpakking

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je het verplaatsen van goederen uit de vrachtwagen naar het magazijn?
A
laden
B
lossen

Slide 27 - Quiz

Hoe noem je het verlies van goederen door breuk, beschadiging bederf of diefstal
A
emballage
B
fifo
C
derving

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen ze het materiaal waarop statiegeld zit?
A
Derving
B
Emballage
C
Collo

Slide 29 - Quiz

Wat betekent THT
A
thuis houden tot
B
tenminste houdbaar tot
C
te harden tot
D
toch heel tam

Slide 30 - Quiz