hoorspel sinterklaas

• Muziek
• Basisschool
• Groep 2

het is nacht en heel erg donker

het begint zachtjes te waaien
sinterklaas zegt tegen z'n pieten dat ze een beetje haast moeten maken
want het wordt slecht weer vannacht

sinterklaas en zijn pieten gaan wat sneller lopen

het paard moet zelfs in galop

het begint iets harder te waaien

het begint nu ook zachtjes te regenen

ze lopen snel door tot ze eindelijk in dakenstad aankomen

ze klimmen op het eerste dak en gaan naar een schoorsteen om te luisteren
ze horen daar een klein meisje zingen
ze zingt: sinterklaas kapoentje

de pieten wachten even tot het meisje naar bed gaat en ze haar zachtjes horen snurken

dan roetsjen ze zo door de schoorsteen en vullen het schoentje van het meisje

dan klimmen de pieten weer naar boven
en lopen samen met sinterklaas en ozosnel verder over de daken van dakenstad (paard)
tot ze bij de volgende schoorsteen aankomen

ze luisteren door de schoorsteen en horen een hele grote oude man zingen:
hij zingt: sinterklaasje bonne bonne bonne

de pieten wachten weer tot ze m heel hard horen snurken

dan roetsjen ze weer sjoef door de schoorsteen naar beneden en vullen de schoen van de man
de pieten die klimmen weer naar boven

en lopen samen met sinterklaas en ozosnel over de daken van dakenstad naar de volgende schoorsteen

als ze bij de volgende schoorsteen aankomen luisteren ze weer en horen een operazangeres zingen

ze zingt: hoor de wind waait door de bomen

en de pieten wachten tot de operazangeres heeeeelemaal is uitgezongen

en dan luisteren ze door de schoorsteen of ze haar al horen snurken

als ze de operazangeres horen snurken

dan roetsjen ze weer naar beneden en vullen de schoen van de operazangeres

de pieten klimmen weer naar boven
ze zijn wel heel erg moe geworden van al die schoentjes vullen

ze lopen samen met sinterklaas en ozosnel weer terug naar het pietenhuis

ze lopen door de regen

en door de wind

en als ze in het pietenhuis zijn gaan ze lekker slapen

Hoeveel keer hebben we het paard van sinterklaas in het verhaal laten lopen?

1. 
2. 
3. 
4. 

hoe was het weer in het verhaal?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoeveel keer hebben we gezongen?

1. 
2. 
3. 
4.