Wiskunde voor religieuzen: O.T + N.T. = de .......
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Wiskunde voor religieuzen: O.T + N.T. = de .......
Slide 1 - Question ouverte
Wat is de joodse naam voor het oude testament
Slide 2 - Question ouverte
Wat is GEEN kenmerk van het Hebreeuws
A
van rechts naar links schrijven
B
andere klinkers (klanken) dan in het Nederlands
C
geen klinkers in het schrift
D
andere manier van het schrijven van letters
Slide 3 - Quiz
Oude Testament
Nieuwe Testament
Jodendom
over Jezus
Grieks
Hebreeuws
o.a. over Aartsvaders
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is de volgorde van de indeling van het Oude Testament
A
Ch N T
B
N T Ch
C
T N Ch
D
T Ch N
Slide 5 - Quiz
Wat betekent het als er gezegd wordt dat je Abraham hebt gezien?
A
Je bent 50 jaar geworden.
B
Je hebt je diploma gehaald.
C
Je bent overleden.
D
Je bent joods geworden.
Slide 6 - Quiz
De vier evangeliën gaan vooral over:
A
de eerste twee levensjaren van Jezus
B
de laatste twaalf uren van Jezus' leven
C
de gebeurtenissen uit het leven van Jezus die plaatsvonden in Nazaret
D
de laatste drie levensjaren van Jezus
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het woord ‘evangelie’?
A
Geboorte
B
Boodschap
C
Goed bericht
D
Levensloop
Slide 8 - Quiz
De voornaamste taal van het Oude Testament is het
A
Hebreeuws
B
Grieks
C
Latijn
D
Aramees
Slide 9 - Quiz
In welke taal is het Nieuwe Testament voor het grootste deel geschreven?
A
Hebreeuws
B
Aramees
C
Grieks
D
Latijn
Slide 10 - Quiz
Witte donderdag
Goede vrijdag
Stille zaterdag
Pasen
Slide 11 - Question de remorquage
Een synagoge is
A
een joodse school
B
een joods gebedshuis
C
een joodse winkel
D
een joods ritueel
Slide 12 - Quiz
Wanneer is Jezus geboren?
A
Voor het begin van onze jaartelling
B
In het jaar 0 van onze jaartelling
C
In het jaar 1 van onze jaartelling
D
Minstens 1 jaar na het begin van onze jaartelling
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste volgorde van de feestdagen?
A
pasen-goede vrijdag-hemelvaart -pinksteren
B
goede vrijdag-pasen-hemelvaartsdag-pinksteren
C
goede vrijdag-pasen-pinksteren - hemelvaartsdag
D
pasen-hemelvaartsdag-goede vrijdag-pinksteren
Slide 14 - Quiz
Wat vier je met pinksteren?
A
begin van de schepping
B
Jezus'hemelvaart
C
komst van de heilige geest
D
geboortedag apostel Paulus
Slide 15 - Quiz
Van welke godsdiensten is Abraham de aartsvader?
A
Jodendom
B
Jodendom en Christendom
C
Jodendom Islam en Christendom
D
Jodendom Christendom, Islam en Animisme
Slide 16 - Quiz
Abraham was na de belofte
A
polytheïstisch
B
eclectisch
C
monotheïstisch
D
dyscalculie
Slide 17 - Quiz
Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah
Slide 18 - Quiz
Wanneer trok Mohammed naar Medina?
A
524
B
622
C
728
D
829
Slide 19 - Quiz
Door welke engel werd Mohammed aangesproken?
A
Jonathan
B
Achmed
C
Gabriël
D
Aboe Talib
Slide 20 - Quiz
Het geloof in meerdere goden noemt men
A
humanisme
B
socialisme
C
monotheïsme
D
polytheïsme
Slide 21 - Quiz
Met welke gebeurtenis begint de islamitische jaartelling?
A
ramadan
B
de geboorte van Mohammed
C
de dood van Mohammed
D
de vlucht van Mohammed
Slide 22 - Quiz
Wie was de opvolger van Mohammed
A
Aboe Talib
B
Aboe Bakr
C
Ali
D
Imam
Slide 23 - Quiz
Hoe zijn de hoofdstukken in de Koran ingedeeld?
A
In volgorde van ontvangst
B
Per onderwerp
C
Naar steden geordend, eerst Mekka daarna Medina
D
Van lang naar kort.
Slide 24 - Quiz
Wat betekent het woord ‘Koran’ letterlijk?
A
voordracht
B
overlevering
C
boeken
D
geloofsbelijdenis
Slide 25 - Quiz
Wat zijn rituelen?
A
Dat zijn voorwerpen met een betekenis.
B
Dat zijn symbolen.
C
Dat zijn handelingen met een betekenis.
D
Dat zijn de heilige voorwerpen in de synagoge.
Slide 26 - Quiz
De hadj. Dit is de bedevaart die moslims wereldwijd minimaal één keer in hun leven doen. Ze reizen af naar Mekka, in Saoedi-Arabië (als zij hier financieel toe in staat zijn en als hun gezondheid dit toelaat)
De geloofsbelijdenis: elke moslim zegt dat er maar één God is, namelijk Allah, en dat Mohammed zijn profeet is.
Vasten tijdens de Ramadan
Elke dag moet je 5x bidden
Elke moslim moet financiële hulp geven aan de armen en aan de geloofsgemeenschap.