Les6-Paragraaf6-HetParlement

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Lesprogramma vandaag

Uitleg paragraaf 6

Quiz paragraaf 6

Herhaling formatieproces

Maken opdrachten paragraaf 6

Parlement

= Staten-Generaal 

= Tweede Kamer+ Eerste Kamer/Senaat 

= direct/indirect gekozen volksvertegenwoordigers 

= 150 (Tweede Kamer) + 75 (Eerste Kamer) 225 leden 

Parlement

Tweede Kamer: direct gekozen door de kiesgerechtigde burgers

Eerste Kamer: indirect gekozen door de kiesgerechtigde burgers (via volksvertegenwoordiger provincie)

Taken parlement

Mede wetgevende taken

Controleren van de regering

Van wetsvoorstel tot wet

Eerste Kamer: Kamer van reflectie.
Verantwoordelijke minister+ koning zet een handtekening
Publicatie in de Staatscourant

Staatscourant

https://www.officielebekendmakingen.nl/staatscourant

Vraag 1: Zitten in het kabinet?

1. Ministers+ koning
2. Ministers+ Staatsecretarissen
3. Eerste en Tweede Kamer
4. Tweede Kamer

Vraag 2: Als de Kamer vraagt aan de minister om iets te doen, dan valt dit onder het recht:

1. Vragenrecht
2. Motie
3. Interpellatie
4. Iniatitief

Vraag 3: Controleert de regering

1. Kabinet
2. Ministers
3. Eerste Kamer
4. Parlement

Vraag 4: Wetten moeten eerst goedgekeurd worden door

1. Eerste Kamer
2. Tweede Kamer
3. Koning
4. Minister

Vraag 5: Kiezen de burgers direct:

1. Ministers
2. Tweede Kamer
3. Eerste Kamer
4. Koning

Vraag 6: Mark Rutte maakt deel uit van:

1. Kabinet
2. Staten-Generaal
3. Parlement
4. Parlement en kabinet

Vraag 7: Geert Wilders maakt deel uit van:

1. Kabinet
2. Eerste Kamer
3. Tweede Kamer
4. Parlement+kabinet

Vraag 8: Minister Grapperhaus maakt deel uit van:

1. Kabinet
2. Staten-Generaal
3. Parlement
4. Kabinet+Parlement

Vraag 9: Of Mark Rutte premier blijft na de verkiezingen hangt af van

1. Of hij gekozen wordt
2. De koning
3. Het formatieproces
4. De oppositie

Vraag 10: Is de baas van Nederland:

1. De minister-president
2. Het parlement
3. Het kabinet
4. De koning

Vraag 11: Nieuwe wetten moeten eerst goedgekeurd worden door

1. De Eerste Kamer
2. De Koning
3. De Tweede Kamer
4. De minister