Les starter past simple Q & N 1
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De leerlingen krijgen vijf vragen/feiten over 1 onderwerp, persoon, begrip of gebeurtenis.
Van de vijf vragen moeten ze er tenminste drie goed hebben beantwoord.
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
ALs het werkwoord in de zin was of were is, maak je de ontkenning door was of were aan het begin van de zin te zetten
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
in een zin met 1 werkwoord zet je het werkwoord aan het begin van de zin om de vraag te maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
He worked until eight last night
maak de ontkenning
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
She could swim very fast
maak de vraag
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
he bought a new car
maak de vraag
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
er zit een fout in de zin, schrijf de juiste zin op
were Peter at home yesterday?
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
er zit een fout in de zin, schrijf de juiste zin op
did he be sick last night?
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
er zit een fout in de zin, schrijf de juiste zin op
Did Karen could talk very fast?
Slide 10 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
er zit een fout in de zin, schrijf de juiste zin op
Andrea did not bought a new car
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
er zit een fout in de zin, schrijf de juiste zin op
Peter does not went to Spain?
Slide 12 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
