Cap 3 - les 3

¡Bienvenidos a la clase de hoy!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a la clase de hoy!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
 _____(datum)__________
de _____(maand)__________


¡Escribe la fecha en tu cuaderno!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plan de clase
  • corregir los deberes 
  • repaso del verbo TENER
  • escuchar (fuente B)
  • los adjetivos (fuente J)
  • frases clave (fuente E)
  • hacer los deberes 

Slide 3 - Diapositive

Les in twee delen 
Los deberes

- Quizlet 3.1
- Los números 0-100

- Ejercicio 7

Slide 4 - Diapositive

Les in twee delen 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Repaso de TENER
1. Yo tengo / tiene un abuelo gracioso.
2. Juan y Paco, ¿tenemos / tenéis la Xbox?
3. Pedro tiene / tienes muchos discos.
4. Usted tenemos / tiene un ordenador fantástico.
5. Ana, ¿tienes / tengo hermanas?
6. Nosotros tienen / tenemos deberes.
7. Las amigas de Sara tienen / tenemos mascotas.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hacemos ej. 5 y 6 (p. 65-66)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LOS ADJETIVOS

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Ya conocéis adjetivos
en español?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¡A trabajar!
1. Bekijk het filmpje op GC
2. Bestudeer Fuente J (p. 13)
3. Maak de opdracht op GC
4. ¿List@? Nakijken!
timer
12:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het  bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een 
-e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
        la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een a.
bijvoorbeeld: rosa (roze), naranja (oranje)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een a veranderen niet wanneer ze bij een mannelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: la falda lila (de lila rok)
        el vestido lila (de lila jurk)


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. La casa ............................
2. Los estudiantes................
3. La mochila.....................
4. Las profesoras...................
5. El estuche................................
6. Los libros ....................
bonitos
bonita
negra
azul
inteligentes
simpáticas

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef de meervouden:
la ciudad
el libro
la profesora

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinnen in het meervoud zetten
Regels:
1. bijvoeglijk naamwoord: klinker + s / medeklinker + es 
2. vergeet niet het lidwoord aan te passen (el - los / la -las)
3. vergeet niet om ook het werkwoord aan te passen!
Voorbeeld:
El libro es bonito. - Los libros son bonitos.
(Het boek is mooi. -De boeken zijn mooi.)


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de zinnen in het meervoud.
1. El coche es ... (blauw).
2. La película es ... (saai).

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fuente E: frases clave
- Maak opdracht 13c
- Loop rond en verzamel 6 gesprekjes
timer
5:00
timer
6:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Repaso de los verbos
Ejercicio 9 (p. 68)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deberes
  • Ejercicio 11 (p. 69) y 25 (p.77)
  • Quizlet 3.2 
  • Estudiar fuente D, E y J

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions