5.4 Economische globalisering (2)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom

• Mobiel in de bak
  
• Zitten volgens de plattegrond
• Laptop dicht op tafel
  
• Als we beginnen is het stil en kijk je mee

Wat gaan we doen?

• Herhaling in een nieuw jasje (10 min)
  
• Nieuwe stof (10 min)
  
• Uit het boek werken (30 min)
• exit-ticket (? min)

5.4 Economische globalisering

Waarom zijn bedrijven vaak in veel landen aanwezig?

De drie M'en

Waarom zijn bedrijven vaak in veel landen aanwezig?

• Meer klanten: 

• Meer (productie-)opties: 

• Minder belasting: 

Waarom zijn bedrijven vaak in veel landen aanwezig?

Rubberplantage in Azië

Fabriek in Hongarije

Verkopen in Europa

De drie M'en

Waarom zijn bedrijven vaak in veel landen aanwezig?

• Meer klanten: Europa met haar rijke klanten

• Meer (productie-)opties: Goedkope Aziatische rubber

Goedkope Hongaarse arbeid

• Minder belasting: Kantoor in Nederland

Dit noemen we de Productieketen

Leerdoelen:

• Je weet waarom bedrijven vaak in meerdere landen tegelijkertijd aanwezig zijn.
• Je weet wat een productieketen is.

• Je weet wat we bedoelen met een kenniseconomie.

Global shift

Begin de jaren 1900

Global shift

Rond jaar 2000

Goedkope arbeid

Goedkope Chinese arbeid       

Niet kunnen concurreren 

• Veel fabrieken gaan naar China (productie-economie)

• Nederland heeft veel slimme mensen (kenniseconomie)

Kenniseconomie:

Nederland verdient geld aan uitvindingen, applicaties en verbeteren van allerlei computers.

Bijv. het uitvinden van een nieuw soort synthetisch rubber.

Aan de slag

• Maken  5.4 opdr. 1 t/m 9(blz. 32-37)
• Eerste 5 minuten stilte (we werken tot 14:05)

• (Exit-ticket): Wat bedoelen we met Brainport? (vraag 9)

Aan de slag

• Maken  5.4 opdr. 1 t/m 9(blz. 32-37)
• Eerste 5 minuten stilte (we werken tot 14:05)

Volgende week  woensdag huiswerkcontrole

Exit-ticket:

Wat bedoelen we met Brainport? (vraag 9)