Zuivere stoffen en mengsels

Zuivere stoffen en mengsels
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Stoffen
Stofeigenschappen 
Gevarensymbolen

Slide 2 - Diapositive

Wat is geen stofeigenschap
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Cola

Slide 3 - Quiz

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Slide 4 - Question ouverte

Wat bedoelen we met stofeigenschappen
A
Dat vertelt waar een stof van gemaakt is.
B
Eigenschap waar we een stof aan kunnen herkennen.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit symbool
A
Bijtend
B
Mileu gevaarlijk
C
Giftig
D
Ontvlambaar

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit symbool
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Bijtend
D
Mileu gevaarlijk

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Veiligheid
Beschermende kleding
- Labjas
- Veiligheidsbril
- Handschoenen

Slide 9 - Diapositive

Deze les
  • Zuivere stoffen en mengsels
  • Oplossing
  • Suspentie
  • Emulsie

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen H2.2 
  • Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  • Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
  • Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extractie of filtreren.
  • Je kunt de werking van alcohol als oplosmiddel uitleggen. (plusstof)

Slide 11 - Diapositive

Moleculen
Als je een stof zo klein mogelijk  maakt dan blijft er nog maar een deeltje van deze stof over. Dat noemen we een molecuul

Slide 12 - Diapositive

Zuivere stof of mengsel 
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort stof
Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen.

Slide 13 - Diapositive

Wat is een zuivere stof
A
Water
B
Limonade

Slide 14 - Quiz

Oplossing
Als een stof goed oplost in een vloeistof
De oplossing is helder

Slide 15 - Diapositive

Verzadigde oplossing
Je hebt een verzadigde oplossing als je niet nog meer stof kan laten oplossen in een andere stof.

Slide 16 - Diapositive

Hoe kun je soms meer stof oplossen?
A
Temperatuur verhogen
B
Temperatuur verlagen
C
Hard roeren
D
Schudden

Slide 17 - Quiz

Suspensie
Een vaste stof die niet oplost in vloeistof
Is troebel, je kunt er niet doorheen kijken

Slide 18 - Diapositive

Een suspensie is
A
Helder
B
Troebel

Slide 19 - Quiz

Emulsie
Wanneer je een vloeistof niet kunt oplossen in een andere vloeistof
Is troebel je kunt er niet doorheen kijken

Slide 20 - Diapositive

Emulgator
Om een emulsie goed te laten mengen kun je een emulgator gebruiken

Slide 21 - Diapositive

Wanneer je een vloeistof niet goed in een andere vloeistof kan oplossen noem je dit een:
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 22 - Quiz

Als een vloeistof helder is dan noem je dit een:
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 23 - Quiz

Een vaste stof die niet is oplost in een vloeistof
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Wat: lees en maak opgaven 1 t/m 8 van H 2.2 op blz. 51 t/m 55.
  • Hoe: helemaal stil! muziek mag in!
  • Hulp: docent
  • Tijd: 20 minuten lang
  • Huiswerk: opdrachten 9 t/m 10 van paragraaf H2.2 op blz. 56.
  • Klaar?: ga bezig met paragraaf H 2.3.
timer
20:00

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen H2.2 
  • Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  • Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
  • Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extractie of filtreren.
  • Je kunt de werking van alcohol als oplosmiddel uitleggen. (plusstof)

Slide 28 - Diapositive

Volgende week 
Verder met stoffen

Slide 29 - Diapositive

Huiswerk
 Stoffen 1.2 - Les 2 zuivere stoffen en mengsels

Slide 30 - Diapositive