GT3E 3.3

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Vandaag

- Vorige les
- Geld lenen kost geld
- 3.3 (mijn onderzoek)

Vorige les

- Welk belang de bank erbij heeft dat je spaart
- Wat de redenen zijn om te sparen
- Hoe je berekent wat sparen aan rente oplevert

3.3 Geld lenen kost geld

- Hoe bereken je de kosten van een lening?
- Welke redenen kun je hebben om te lenen?
- Wat voor soort leningen zijn er?

Als je van de bank geld leent betaal je naast het geleende bedrag ook .....

Krediet

- Rente
- aflossen
- termijnbedrag
- Looptijd
- Kredietkosten

Leon leent €10.000 van de bank. Hij betaalt uiteindelijk €12.000 terug. Hoe noem je de €2.000 die je extra terugbetaalt?

1. Kredietkosten
2. Kosten van de lening
3. Rente
4. Spaaropbrengsten

Leon leent van de bank €10.000. Hij betaalt 3 jaar (36 maanden) iedere maand €333 terug. Hoe veel € bedragen zijn kredietkosten?

1. €999
2. €2.000
3. €1.988
4. €10.000

Leenmotieven

- Tijdelijke geldtekort
- Duurzaam consumptiegoed kopen
- Onverwacht dringend geld nodig
- Kopen van een huis

Hypothecaire lening

- Voor de aankoop van een huis
- Onderpand (als je de rente en aflossing niet meer kan betalen)

Bij een hypothecaire lening mag de bank jouw huis verkopen als je de rente en aflossing niet meer kan betalen. Zal de rente op een hypotheek ZONDER onderpand hoger of lager zijn?

1. Hoger
2. Lager

Kredietvormen

- persoonlijke lening
- Doorlopend krediet
- Salariskrediet

Huiswerk volgende les

- Af hebben paragraaf 3.3 inclusief gele blok
- Hoe veel procent is het bedrag inclusief kredietkosten meer dan het bedrag zonder kredietkosten? (groene blok blz 80)
- Geen kredietkosten: €4.000
- Met kredietkosten: €4.680