Rekenen niveau 2 voorbeeldvragen examen

Rekenen niveau 2 voorbeeldvragen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rekenen niveau 2 voorbeeldvragen

Slide 1 - Diapositive

Belangrijk bij het examen
  • Alle vragen zijn met de rekenmachine
  • Berekening niet opgeschreven, kost punten op je examen. 
  • De norm bij de rekenexamens is ongeveer 65% goed is een 5,5. 

Om te oefenen schrijf je bij zoveel mogelijk van de komende vragen de berekening op. 

Slide 2 - Diapositive

Je gaat koken voor 6 personen

Vraag 1: 
Hoeveel champignons heb je nodig? 

Slide 3 - Diapositive

250 g champignons voor 4 personen.
Hoeveel champignons voor 6 personen?

Slide 4 - Question ouverte

uitleg 
Eerst uitrekenen hoeveel champignons voor 1 persoon.

250:4 = 62,5 g voor 1 persoon
62,5 x 6 = 375 g champignons voor 6 personen


Gebruik de verhoudingstabel

Slide 5 - Diapositive

Je gaat koken voor 6 personen



Vraag 2:
Hoeveel van deze flesjes witte wijn heb je nodig? 

Slide 6 - Diapositive

Flesje wijn 1,79 voor 0.25 liter. Hoeveel flesjes heb je nodig voor 300 ml?

Slide 7 - Question ouverte

Uitleg
2 flesjes

4 personen = 300 ml
1 persoon = 300:4 = 75 ml
6 personen = 6 x 75 = 450 ml
0,25 l = 250 ml dus 2 flesjes= 2,250 ml = 500 ml dat is genoeg.

Slide 8 - Diapositive

Vraag 3: 
Welke maatbeker is het handigst bij dit recept? 

Slide 9 - Diapositive

Welke maatbeker is
het handigst voor dit
recept?
A
A
B
B

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Zijn de losse sperziebonen of de verpakte sperziebonen de goedkoopste keus?

Slide 12 - Question ouverte

vraag 5
Je wilt om 18:00 uur dit gerecht klaar hebben. 

Hoe laat moet je ongeveer met koken beginnen? 


Slide 13 - Diapositive

Hoe laat moet je ongeveer met koken beginnen?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Dit is de top 3

Slide 16 - Diapositive

Vraag 6: Hoeveel % van de studenten die de lijst invulden, komen niet uit de top 3?

Slide 17 - Question ouverte

Vraag 7: Wat is het minimumloon per maand van iemand van 20 jaar? Loon is voor een 40-urige werkweek.

Slide 18 - Diapositive

Jon is 19 jaar en werkt in de horeca. Hij werkt 15 uur per week.
Hoeveel verdient hij per jaar?

238,85 euro per week voor 40-urige werkweek
formule 1: weekloon : 40 x 15 = weekloon van Jon.
formule 2: weekloon x 52 = jaarloon

Slide 19 - Question ouverte

vraag 

Slide 20 - Diapositive

Wat is de geschatte lengte en de breedte van de kamer ongeveer?
(oppervlakte 24 vierkante meter)
A
Lengte 2 meter en breedte 12 meter = 24 meter
B
Lengte 6 meter en breedte 4 meter of andersom = 24 meter
C
4,80 meter lang en 5 meter breed= 24 meter
D
Lengte 7 meter en breedte 3,38 meter= 24 meter

Slide 21 - Quiz

Vraag 12: Hoeveel pakken laminaat  heb je nodig? 

Slide 22 - Diapositive

Hoeveel pakken laminaat heb je nodig voor een kamer van 24 vierkante meter? 1 pak = 2,9608 vierkante meter.

Slide 23 - Question ouverte

Vraag 13: Hoeveel betaal je voor 9 pakken laminaat met 20% korting? 

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel betaal je voor 9 pakken laminaat met 20% korting?
1 pak kost 13,17
A
118,53
B
94,82
C
23,71
D
88,90

Slide 25 - Quiz

Vraag 15: Hoeveel korting heb je gekregen? 

Slide 26 - Diapositive

Oude prijs: 15 euro, nieuwe prijs 7,50.
Hoeveel procent korting heb je gekregen?
A
50%
B
45 %
C
75%
D
60%

Slide 27 - Quiz

Vraag 16: Je krijgt 20% extra korting. Hoeveel kost de trui nu? 

Slide 28 - Diapositive

Hoeveel kost een trui van 39,99 met 20% korting?

Slide 29 - Question ouverte

Je hebt een reis gewonnen naar New York.

Je krijgt ook 1000 dollar zakgeld mee. 

1 dollar = 0,84 euro
Hoeveel euro is 1000 dollar? 

Slide 30 - Diapositive

1 dollar = 0,84 euro
Hoeveel euro is 1000 dollar?

Slide 31 - Question ouverte

Je hebt om 15:00 uur afgesproken op Schiphol. Je vliegtuig vertrekt om 17.30 uur. 

Je vertrekt vanuit Arnhem en je treinreis duurt 1 uur en 10 minuten. 

Hoe laat pak je uiterlijk de trein? 

Slide 32 - Diapositive

Je treinreis duurt 1 uur en 10 minuten.
Om 15:00 uur moet je op Schiphol zijn. Hoe laat pak je uiterlijk de trein?
A
14:50 uur
B
13:50 uur
C
14:10 uur
D
13:10

Slide 33 - Quiz